Een reden zou geweest kunnen zijn dat Sint Pancras iets centraler lag en een betere uitvalsbasis bood. Want vanuit St. Pancras werd het kermisbedrijf voortgezet: aan het begin van het seizoen verlieten ze het dorp en gingen ze met het spul op reis en gedu rende de lente-en zomermaanden trokken ze van de ene plaats naar de andere om de kermisgangers te vermaken. Aanvankelijk hadden ze een winter stand plaats voor hun wagens bij de boerderij van Maarten Hoogland, waar de voetbal lers zich verkleedden voor hun activiteiten op het Vrooneveld. Aan het eind van de oorlog stonden hun wagens achterelkaar op Het begon met een miniatuurtje het toen nog braak liggende terreintje voor het Vrooneveld De wagens stonden achterelkaar langs de Bovenweg, de voorste stond vlak bij het PEN-huisje. In de voorste wagen woonden ze, de andere bood slaap- en berg- gelegenheid. In maart 1945 werden hun wagens gevorderd door de Duitse Wehrmacht. Op een avond omstreeks 6 uur kwamen enkele Duitse soldaten (op zich geen kwaaie kerels, ze werden gestuurd) hun aanzegging doen van de vordering en brachten de boodschap over dat de volgende morgen om zes uur de wagens zouden worden opgehaald, zodat ze precies 12 uur tijd hadden om hun spullen bij elkaar te rapen en onderdak te zoeken. Sierk kwam in huis bij Tames Bobeldijk en de andere gezinsleden werden eveneens hier en daar ondergebracht. In de loop van de volgende dag ging Sierk, steppend op zijn autoped naar Alkmaar en zag dat hun wagens in de Nassaulaan stonden. Inmiddels waren ze al van kleur veranderd, men had ze grijs gespoten. Later mocht de familie in een leegstaande schuur van de firma Timmerman wonen. Met behulp van rollen karton, die ze van Cees Kloosterboer van 't Haventje hadden gekregen, wisten ze het daar bewoonbaar te maken. 149

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2003 | | pagina 151