Een zwevende vraag.
We spraken Sierk Oudejans en vroegen
hem: Jullie hadden vroeger een
zweefmolen en verdienden daarmee je
brood. Dat doet lang niet iedereen. Hoe
begon dat eigenlijk
Sierk vertelde: Toen mijn vader pas
getrouwd was woonde en werkte hij in
Wognum als timmermansknecht.
Als vrije tijdshobby maakte hij allerlei
kermisminiatuurtjes zoals draai- en
zweefmolens, kramen, woonwagens en
wat dies meer zij. Zoals anderen met
miniatuurtreintjes spelen, deed hij dit met
zijn kermisattributen en dit bracht hem er
toe een echte zweefmolen te maken.
In de zomer van 1927 reisde hij voor de eerste maal met zijn zweefmolen een aantal
kermissen af.
Dit beviel hem wonderwel en in de daarop volgende jaren zette hij dit bedrijf voort.
Natuurlijk verdiende hij gedurende het seizoen niet voldoende om er een geheel jaar
van te kunnen leven. Maar zijn voormalige baas had genoeg te doen en nam hem
graag voor het winterseizoen in dienst, steeds had deze voldoende werk voor hem.
In 1941 verliet de familie Oudejans, dat toen naast vader en moeder bestond uit Nel,
Dik, Wil, Sierk en Bep, Wognum en vestigden zij zich in St. Pancras.
Waarom ze dit deden, wist Sierk niet te vertellen. Ze hadden het goed in Wognum.
Daar mochten ze gedurende de winter met hun wagens in de naast een boerderij
gelegen boomgaard staan. Van de boer kregen ze alle medewerking. Zelfs was er bij
de boerderij een werkruimte beschikbaar voor vader Oudejans. Daarin kon hij,
voorzover zijn tijd reikte, reparatiewerk aan de zweefmolen en de wagens
verrichten.
Oudejans Sr
148