Hun nieuwe buren waren een weduwe en haar zoon. De jongen was timmerman,
maar werkloos. Hij begon naast hen een kapperszaak en ging ook knippen en sche
ren. Bram vroeg voor knippen 35 cent en voor scheren een kwartje, de prijzen van
de ex-timmerman waren voor beide zaken een dubbeltje minder. Geen wonder dat
hij voor Bram een geduchte concurrent werd.
Op 26 juni 1940 werd Den Helder zwaar gebombardeerd. Zo hoopten de Engelsen
een invasie vanuit de door de Duitsers bezette havenstad onmogelijk maken. Heel
wat mensen uit den Helder werden gedood door rondvliegende granaatscherven.
Zodra ze naar buiten mochten, 's morgens om een uur of vijf - zes, ging Bram met
zijn buurman kijken hoe het er in de stad voorstond. Toen ze met hun vreselijke
verhalen thuiskwamen, sloeg iedereen de schrik om het hart. Het gezin Möls bestond
inmiddels uit vijf personen. Hun buurvrouw, die uit St. Pancras afkomstig was (ze
heette Louwen) vertelde hun dat zij en haar man hadden besloten om Den Helder te
verlaten en naar St. Pancras te gaan en daar te blijven totdat het in hun woonplaats
weer veilig was. Ze voegde eraan toe: "Waarom gaan jullie niet mee, er is daar
daar vast ergens wel een leegstaande koolboet, waarin
we voorlopig kunnen gaan wonen. Het is in St.Pancras
beslist veiliger dan in Den Helder. Wij pakken zo
direct de trein en houden het hier voor gezien.
Ze besloten dit ook te doen. Bram waarschuwde zijn
schoonmoeder en ouders. Wil ging alvast met haar drie
kinderen naar het station. Het was er overdruk en er
was geen doorkomen aan. Daar stond ze met drie
kleine kinderen, waarvan de oudste net vier jaar was.
Een Duitse soldaat stond het aan te zien. Hij vroeg wat
ze van plan was. Haar antwoord: Ik wil graag met die
Zug mee. Hij wenkte haar om hem te volgen, opende
ergens een hek en stapte zo met hen het perron op.
Bij de volle trein aangekomen stuurde hij enige
mensen eruit en wenkte hen om daar plaats te nemen.
Haar moeder en Bram loodste hij eveneens de trein in.
De trein stopte toen in St. Pancras. Dat wisten ze niet.
Mevrouw Möls met haar moeder
144