Jan kwam o.m. aan de kost met het telen en verhandelen van koolplanten. Vermoe
delijk zocht hij zijn klanten op de veiling, want vaak laadde hij zijn schuit vol en
voer met een lading koolplanten naar de wik van Kroonenburg en probeerde daar
zijn handel aan de bouwers te slijten.
Jans oudste zoon, Kees Booy, trouwde in 1900 met Elisabeth Blom. Het jonge paar
vestigde zich in het Noordeinde, op de plek waar eerder het bullehuis had gestaan.
Toen dit een bouwval werd, werd het gesloopt en kwam er een nieuw huis voor in de
plaats. Wel kon Kees zeggen dat hij op een historische plek woonde, de vroegere
bulloper was familie van hem. In dit huis werden hun kinderen geboren: Jan - Cor -
Gert (j°ng overleden) - Gert - Betje - Teuntje - en Jannetje.
(Momenteel leeft Teuntje nog, zij woont in Australië).
Het huis bezat een aangebouwde melkwinkel. Achter hun huis stond een stal, die
ruimte bood aan tien koeien en een paard. Het eigen vee gaf niet voldoende melk
voor de verkoop. Zoon Gert moest geregeld met paard en wagen naar Heer
Hugowaard om melk bij te kopen. Naast het huis stond een schuur, die geschikt was
om er kool in op te slaan, anders gezegd: vader Kees deed ook aan tuinbouw.
Ook was Kees muzikaal. Samen met zijn broer Gert (de vader van Piet Booy - Zut)
vrolijkten zij de kermissen op met viool en accordeon.
Het huis van Kees Booy met de aangebouwde
melkwinkel - koolschuur en hooiberg
Cor Booy Janzn.die hier later ook heeft gewoond, maakte deze tekening)
11