Het fonds, dat ongeveer 100.000,— groot is, moet beheerd worden door 4
personen, die uit hoofde van hun werk kunnen weten waar armoede wordt geleden:
de burgemeester, de dokter en twee predikanten. Sedert kort is dit fonds uitgebreid
met het Dirk Leyenfonds. Het is niet bedoeld voor de gewone armenzorg, maar voor
de bijzondere.
De eerste jaren wist men wel eens niet hoe dit ingevuld moest worden. Toen werd de
rente gedeeltelijk gegeven aan het Groene Kruis, enkele plaatselijke verenigingen,
het pas gestichte zwembad en voor een lift in de Molenhoeve en invaliden
wagentjes.
Het is mooi dat het doel zo goed omschreven is. Kossen zei: Voor de inwoners van
de gemeente St. Pancras en Dirk Leyen deed het nog zorgvuldiger: Voor de Koe
dijkers, die in het Zuideinde wonen en speciaal worden dan genoemd die Koedij
kers, die net over het spoor wonen en in 1973 overgingen naar de gemeente Alk
maar. Mocht St. Pancras nog eens bij de Langedijk worden gevoegd, dan weten ze
dat het fonds alleen voor dit gedeelte van de gemeente is bestemd.
Maar we hebben nu een mooie gemeente, ongeveer 5000 zielen. De mensen kunnen
nu nog bij de burgemeester binnen stappen om hem te spreken. Kortelings was ik
nog op het raadhuis, toen er iemand uit Krabbendam binnen kwam. Die wilde de
burgemeester graag spreken. Hij moest een tijdje wachten, want de burgemeester
was in vergadering. Maar daarna kon hij zijn zegje doen.
Ik heb de tijd nog meegemaakt dat het gemeentehuis uit één kamertje bestond. Dit
was aan de kant van het doktershuis en was nauwelijks ruim genoeg voor een
raadsvergadering. Gedurende de dag was het 't werkterrein van de burgemeester en
een hulpje.
De latere raadszaal was toen de mooie kamer van het hoofd der school.
Over die tijd maakten Gert Tol en ik van oude ansichtkaarten een mooi stel dia's.
Met meester Bakker, een verwoed fotograaf, maakte Gert ook nog een stel kleuren
dia's.
Meerdere malen gaven we daarmee in een zaal van het café Bouwstra, waar nu de
RABO-bank is, een voorstelling.
131