Toen slaagde Henk erin om zijn jongensdroom in vervulling te laten gaan. In zijn jeugd, hij was een jaar of tien oud, stond hij eens met enige andere jongens te bedenken wat ze mettertijd zouden gaan doen. Broer Joop zei toen stratenmaker te zullen worden en Henk dacht te gaan varen. Daartoe bood Rotterdam de gelegen heid en daarvan maakte hij toen gebruik: hij ging op de grote vaart! Zijn schip zette allereerst koers naar Zuid-Amerika. Van Brazilië voeren ze naar de Verenigde Staten. Ze hadden zeven honden aan boord. Eén ervan was van de kapitein, ook Henk bezat er eentje. Dit beest kreeg een stel jongen. Toen de kapitein het hoorde, zei deze: "Je zorgt dat die beesten voor we in New -York zijn, overboord gaan!" Henk zei dat dit in orde was, verstopte de beestjes in een - doos en zag er nauwlettend op toe, dat de deur van zijn hut steeds gesloten bleef. Dit ging goed totdat een nieuweling de deur open liet staan en de beesten op onderzoek uitgin gen. Met een stel andere vrijgezel- lenjongens was Henk gaan stappen. Natuurlijk moest hij bij zijn terugkomst bij de ka pitein verschijnen, die tegen hem zei dat hij dacht dat Henk de beesten zou laten verdrinken. Henks antwoord: "Dat heb ik gedaan, maar ze kwamen niet allemaal aan de beurt." Nadat hij ca 2 jaar op de hondenboot had gevaren werd de hondengeschiedenis de aan leiding om van schip te verwisselen. Hij ging toen op de hiernaast afgebeelde Panamees varen, waarop Jimmv zijn hutmaatje was. 122

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2003 | | pagina 124