Weer thuis gingen ze aan het werk. Planten aangeven op de akker. Henk werkte ook een tijdlang bij Gerbrand Duif. Op een dag zei deze tegen hem: "Henk, ga naar de kas achter mijn huis. Daar is een akker met aardappelen, er liggen een aantal kisten, begin daar maar te rooien". Nadat Henk een aantal kisten had gerooid, kreeg hij honger. Dus ging hij in het schuitje een snee brood opeten. De zon scheen lekker en toen zijn maag niet langer knorde besloot Henk het er even van te nemen en liet zich lekker achterover zak ken. Het was toen een uur of negen. 's Middags om een uur of drie schrok hij wakker toen hij Gerbrand hoorde brom men: "Hier is nog niet veel gedaan". Henk voelde zich niet in staat om weer aan het werk te gaan en besloot naar huis te gaan waar hij wijselijk niets vertelde van hetgeen gebeurd was. Henk waardeert het nog dat Gerbrand hem later wel uitbetaalde voor hetgeen Henk voor hem had gedaan. Wel voegde deze hem bij die gelegenheid toe: "Met slapen word je nooit rijk!" Henk zegt achteraf: "Dat heb ik altijd goed onthouden. Later had ik geen tijd meer om te slapen, maar heb ik dag en nacht hard gewerkt. Ik heb veel beroepen gehad, maar steeds trok ik er goed aan. Veel later heb ik ook wel iets verdiend met de huizenhandel, maar ik heb zelfs nu, nu ik 74 ben, nog geen tijd om stil te zitten, want arbeid adelt!" Ook kwam er iemand van de Kinderbescherming hen opzoeken: mijnheer Wichers. Deze zei: "Voor één van jullie weet ik werk bij een boer in Anna Paulowna." Wichers wist dat Henk boerenwerk had gedaan en stuurde het erop aan dat Henk dit zou doen. Best mogelijk dat deze zetboer van de kinderbescherming de heer Wichers tijdens de oorlog van zuivel voorzag. Henk ging er heen. Soms begon hij 's morgens om vier uur te werken en mocht hij niet eerder dan 's avonds een uur of tien ermee stoppen. Hij moest daar ook leren melken, want de boer bezat een tiental koeien. Al spoedig had Henk dit onder de knie en liet de boer het vee 's zondags aan zijn zorgen over en ging zelf op familiebezoek. Maar de man betaalde slecht. Henk kreeg zelfs geen zakgeld. Toen er jubileumfeesten in de polder waren mocht Henk er op een van de boer geleende fiets naar toe. Het trapvoertuig was weinig meer dan een bonk roest op 118

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2003 | | pagina 120