Op het repertoire stond o.m. een door haar echtgenoot Jan Burger gecomponeerd
muziekstuk met de titel Pancratius Hymne. Dit muziekstuk droegen Wijnanda en Jan
zowel aan de N.H. kerk van St. Pancras als aan de vereniging Oud St. Pancras op.
Eerder verwierf Jan Burger bekendheid als schrijver van o.a. "Durpse verhaaltjes"
en "Het spookt in de Nollen." Maar Jan studeerde ook aan ook het conservatorium,
leerde daar het componeren en doet dit graag.
Tijdens het concert lichtte Jan de hymne toe. Hij vertelde dat hij met veel genoegen
terug dacht aan zijn jeugd, die hij doorbracht in een landelijk en rustig St. Pancras.
De weg was nog niet overal bestraat, hier en daar stond een boerderij. De
straatverlichting geschiedde door gaslantarens. Gemotoriseerd verkeer was er nog
niet. De dorpelingen hadden
een stil en gerust leven.
Centraal in het dorp stond het
Witte Kerkje. Het gaf de tijd
aan door o.a. het bij ieder uur
behorende aantal slagen aan te
geven en dit laatste kon hij
thuis heel goed horen, 's
Zondags zat de kerk vol met in
deftig zwart geklede mensen.
Als kind ging hij graag naar de
zondagsschool. Als je daar een
versje kon opzeggen werd je
Een landelijk plaatje met een gaslantaarn beloond met een plaatje. En als
Bij de hooiberg woonde de familie Booy. kind was je daar erg blij mee.
Ook mocht je als bezoeker van de zondagsschool naar het Kerstfeest. Hij vertelde
nog het bijbeltje te bezitten dat hij daar had gekregen. Ook denkt hij met plezier
terug aan de sinaasappel die hij dan kreeg. Voor een arm jochie was dit iets zeer
bijzonders. De sinaasappel rook zo lekker datje hem haast niet durfde op te eten.
Een dergelijke rust kan alleen tot uiting worden gebracht door een eenvoudige
melodie.
Later veranderde het eens zo rustige dorpje: er kwam elektrisch licht, een asfaltweg,
er kwamen mooie huizen en het werd veel drukker. Ook dat is Pancratius.
9