zorgen dat ze tijdig op het vaartuig terug waren. Slaagden ze daar niet in, dan
moesten ze wachten tot de lege bakken terugkwamen.
Soms mocht één van de jongens aan het roer van een bak staan. Henk nam eens de
bocht te ruim en toen liep de bak aan de grond en lag de hele zaak stil. Het heeft wat
moeite gekost om de bak te lichten.
Op school bracht Henk het niet verder dan de vijfde klas. Dat hij niet verder kwam,
dankte hij aan zijn kwajongensstreken.
Allereerst was hij een geducht spijbelaar. Wanneer de meester een brietje meegaf
aan een medeleerling om zijn ouders te berichten dat Henk weer eens niet was
verschenen, stond Henk de boodschapper reeds op te wachten en nam dan het brieije
gaarne in ontvangst, zijn klasgenoot vriendelijk dankzeggend voor de betoonde
mededeelzaamheid.
Het bosje van Hannes Groot bezat tal van mooie bomen, die uitnodigden om er in te
klimmen. Aan de drang om erin te klimmen, konden noch Henk noch zijn vrienden
weerstand bieden. Henk zat zo hoog in de top van de boom als de takken hem maar
wilden dragen, hetgeen politieagent Wilbrink niet beviel, vandaar dat hij dreigend
met zijn dienstpistool beval: "Wil je wel eens ogenblikkelijk uit die boom komen,
anders schiet lk je naar beneden."(het bosje van Hannes Groot was bij het huidige Bovenweg 135)
Henk liet hem roepen en bleef, waar hij was. Enkele dagen later stond hij aan de
Benedenweg de bomen van het 'bosje van barre Jan Kloosterboer te bekijken'.
Zinnend op avontuur, merkte hij niet dat de dorpsveldwachter naderde... Een fikse
trap tegen zijn zitvlak vergezeld gaande van de mededeling: "Zo, die had jij nog van
me te goed!" maakten dat Henk wreed in zijn overpeinzingen werd gestoord door
agent Wilbrink.
In 1940 was het ijs sterk genoeg om te kunnen schaatsen. Maar.... voor schaatsen
hadden vader Hein en moeder Sien geen geld. Met broer Joop zwierf Henk langs de
Achterweg. Bij het huisje van Rood aangekomen wilde Henk eens in de schuur
rondsnuffelen in de hoop daar een paar schaatsen te vinden. De een of andere
buurman zag dit en meldde het bij de politie. Dit, gevoegd bij de andere kwa
jongensstreken en de verzuchtingen van het onderwijzend personeel over het gedrag
van Henk en Joop maakten dat beiden naar een kwajongensgesticht werden
gestuurd. Beiden kregen daar een 'zwart pakkie met knopen', versierd met de let
ters R.O.G. (Rijks Opvoedings Gesticht).
"Daarin mochten we reclame lopen voor het tehuis!"
115