Als elfjarige jongen ging Henk wel eens met vader Hein op karwei. Hein werkte in
die tijd bij de fa. Schot. Er moest zand uit het zuiden van de Vroonermeer en het
daarbij gelegen "hoge land" worden gegraven en gebracht worden naar Broek op
Langedijk, ongeveer op de plaats waar nu het winkelcentrum rond de Vomar is.
Daar was toen nog water. Een zestal mannen hadden als taak de bakken leeg te
scheppen. Toen het water door het zand was verdreven, ging de veiling het ontstane
terrein gebruiken als fustopslagplaats.
Het zand werd met de schop gegraven en in kiepkarretjes geschept. De karretjes
reden over een smalspoor naar de slootkant. Daar had vader Hein een soort plateau
gemaakt. Een gedeelte van deze steiger was boven de sloot, zodat er een schuit
onder kon liggen. De stevige ondersteuning van het bouwsel werd gevormd door de
balken van het vierkant afkomstig uit een door Hein gesloopte boerderij.
Een paard trok een of twee wagentjes over de rails naar de slootkant. In de buurt van
het vierkant aangekomen moest het beest aanzetten om de vracht omhoog te trekken
op de stellage. Dan kon er van alles gebeuren. Eén of beide karren konden uit de
rails lopen, als het paard te hard aanzette kon het niet tijdig stoppen, moeilijker nog,
moest het reeds losgemaakt zijn van zijn vracht, want anders kon het beest niet tijdig
keren. De karren werden geleegd in de onder het plateau liggende 'bak', een soort
plomp vaartuig.
Henk vergeet nooit de dag dat hij het paard moest mennen en tijdig losmaken op de
steiger: de eerste keer ging het net goed, maar de tweede keer kreeg hij het paard
niet gauw genoeg los van de kar en raakten zowel het paard als de lorrie te water.
"Ze konden vader Hein in het dorp horen schelden!". Gelukkig bleef het ongeluk
zonder verdere gevolgen.
Wanneer er twee bakken vol waren, trok de uit Alkmaar afkomstige schipper Klaas
Adrichem met zijn sleepbootje deze naar Broek om daar te worden geleegd.
Broer Joop, Henk, Gert en Willem Groen van Kees Kettebom mochten vaak met de
schipper meevaren. Bij het bruggetje van Tol aangekomen probeerden ze om dat
vast te grijpen en zolang te blijven hangen totdat bijna de gehele sleep voorbij was.
De sport was wie erin slaagde om het langst de brug vast te houden. Joop bleef eens
te lang hangen. Onder de brug was het erg diep en Joop gilde om hulp. Tol heeft
hem toen uit zijn benarde situatie verlost.
Als ze er de gelegenheid toe zagen, sprongen ze onderweg ook wel eens van de bak
aan wal. Vooral wanneer er een akker met wortelen was. Ze moesten dan ervoor
114