De gemeenten liepen op godsdienstig en politiek gebied ver uiteen, in Broek koos
5/7 deel van de bevolking voor bijzonder onderwijs en dit was verderop in de
Langedijk geheel anders.
In Broek waren slechts 3 vergunningen uitgegeven en de café's hadden vrij vroege
sluitingsuren en ook dit was elders heel anders.
Met hard werken had de gemeente Broek een leuk kapitaaltje vergaard, behoefden
de belastingen zo hoog niet te zijn als in de rest van Langedijk en bij samengaan zou
dat verleden tijd zijn.
In een vertrouwelijk schrijven berichtte G.S. aan Broek dat er ook over gedacht kon
worden om eventueel ook St. Pancras nog bij de fusie te betrekken. Niet onmogelijk
dat er in Broek wel eens werd gedacht om niet samen te gaan met de andere Lange-
dijker dorpen maar met St. Pancras. Op het gebied van kerk, school en politiek
waren daar meer punten van overeenkomst.
Soms liepen de emoties hoog op. Dat komt ook aan het licht in de twee onderstaande
""INGEZONDEN's"":
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoeken wij U eenige plaatsruimte in uw veel gelezen blad, voor het
volgende:
We juichen het alleszins toe dat door 't Comité van Actie tegen "Langendijk één te
Broek op Langendijk een protestlied is uitgegeven, waarin in schoone, dichterlijke
trant, de grieven en bezwaren tegen de vereeniging van onze vier dorpen worden
kenbaar gemaakt. We voelen ons geroepen, den dichter van dit lied, welks inhoud
zoo diep is, en welke strekking zoo schoon, onze hulde aan te bieden, voor de
onnavolgbare wijze, waarop hij in heerlijke versregelen, de diepe smart, die ons
Broekers overmant, beschrijft.
Echter, de geestdrift die ons bezielt voor ons heilig doel, doet ons de pen ter hand
nemen om hier, op deze plaats een vraag te richten tot alle inwoners van Broek op
Langendijk. Gij burgeressen en burgers onzer gemeente, die allen als goede
inwoners wel reeds het protestlied hebt gelezen, en het in huiselijken kring met
harmoniumbegeleiding al menig maal zult hebben gezongen, is bij U nooit de
gedachte opgekomen: "het bevredigt mij niet, het uit nog niet genoeg de oneindig
diepe smart, welke onze ziele doorvlijmt, nu onze zelfstandigheid dreigt verloren te
gaan
107