Eerder vertelden B. en W. aan de raad dat het leerlingenaantal dalende was en dat de heer Roeterink maar moest vertrekken. Toen dit besluit aan GS werd meegedeeld, weigerde het college dit besluit goed te keuren omdat per 16 jan 1890 meer dan 91 leerlingen aanwezig waren. B. en W. waren niets blij met deze reactie. Gedeputeerden hadden wel gelijk wan neer ze zeiden dat er op 16 januari meer dan 91 kinderen op de school waren, maar dit aantal werd steeds lager en het was te voorzien dat er in januari '92 minder dan 91 leerlingen op de school zouden zijn. Zuchtend stelden ze vast: Dan moeten we dat maar afwachten. Inderdaad was het aantal leerlingen op die datum tot onder het grensbedrag van 91 gedaald en kreeg de heer Roeterink te horen dat de school het met minder onder wijzers moest doen en hij daarom zijn ontslag werd aangezegd. Later werd het enigszins duidelijker waarom er weinig pogingen werden gedaan om de heer Roeterink voor de school te behouden. Dat was toen Roeterink had gesolliciteerd naar een vacature en de school, waarheen hij solliciteerde over hem aan St. Pancras om inlichtingen vroeg. Van der Vijzel antwoordde toen dat de heer Roeterink wegens daling van het aantal leerlingen door de school van St. Pancras was ontslagen. Van der Vijzel beschreef hem als een zeer ijverig man die zich buiten de schooluren heel wat kundigheden had verworven en daardoor bevoegdheden had gekregen voor meerdere vakken van onderwijs. Omdat hij niet gewend was aan het werken met drie klassen tegelijk, had hij daardoor wel eens enige ordeproblemen in St. Pancras gehad. Het was evenwel de stellige overtuiging van de burgemeester dat men in hem een prima onderwijzer zou hebben, wanneer men één klas aan de zorgen van de heer Roeterink toevertrouwde, zoals dat op een grote school de gewoonte was. Begin 1891 vroeg Van der Vijzel wegens lichaamszwakte ontslag als hoofd van de school. Op 7 april van hetzelfde jaar overleed de heer Nobel. Als burgemeester was hij tegelijk voorzitter en secretaris van de gemeente(raad). Omdat veel plattelandsbur gemeesters daarnaast nog een ander beroep uitoefenden (meestal in de agrarische sector, burgemeester Jacob Kroonenburg was aanvankelijk groentehandelaar) en minder goed Was, met de pen konden omgaan, werd het hoofd van de school meestal ingehuurd om het nodige schrijfwerk te doen, zoals dat hier met Van der Vijzel het geval was. 88

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2002 | | pagina 90