Tijdens de raadsvergadering zei de voorzitter dat hij zich wel kon vinden in dit verzoek. Maar na een uitvoerig debat werd het pastorale verzoek met 5 tegen 2 stemmen (die van Nobel en Kalis) afgewezen. In 1892 kruiste opnieuw een vraag om straatverlichting het pad van de Raad. De burgemeester had van tevoren zijn licht opgestoken en wist te vertellen dat het hier een aanschaf van 40 lantaarns betrof. Deze kostten per stuk 16,—, hetgeen dus een bedrag van 640,- betekende. Verder moesten deze lantaarns aan- en uit worden gedaan, gebruikten ze gas en hadden verder onderhoud nodig hetgeen in Zuid-Scharwoude jaarlijks 360.- kostte. Deze bedragen maakten dat B en W aan de raad hieromtrent geen voor-stel durfden te doen en toen hadden de andere raadsleden daarvoor evenmin de moed. Driejaar later vroegen de bewoners van de Kerkbuurt om meer licht in het donker: Wanneer de gemeente bij ons vier lantaarns plaatst, gaan wij deze prima onderhouden. Tegen zoveel aandrang kon zelfs de Raad niet op! Één van de eerste lantarens. Keizer vond dat er ook een lantaarn bij het Daalmeerpad moest komen, verder eentje bij de laan van P. Visser en tenslotte nog een ter hoogte van de wed. M. 61

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2002 | | pagina 63