Op 23 februari 1887 begon de raad te steigeren. Er waren drie nota's van
rechtsgeleerden binnengekomen en de heren vonden het ongehoord dat die
advocaten zoveel durfden te vragen voor zulk een kleinigheid. De gemeente had
het aangespannen proces verloren en moest het tiendgeld van Teunis de Wit
betalen.
Mr. W. C. Bosman vroeg voor zijn werk in deze zaak van de Zuidergeest vlas- en
korentienden 159,30. De advocaat van de tegenpartij moest de Gemeente als
verliezende partij ook betalen en deze vroeg ƒ199,62. Verder was er nog een
rekening van 23,20.
Op de vraag van Mr. Bosman of de gemeente wilde, dat hij in deze zaak nog
verdere stappen zou ondernemen, antwoordde de raad volmondig NEE.
Wel besloten de heren om met spoed de andere Geestakkers, die de gemeente nog
bezat, te verkopen, want een herhaling van dit drama wensten de heren niet.
In de Alkmaarsche Courant van september 1892 kon men het volgende lezen:
Men schrijft ons uit Koedijk:
Uw verslag van eene vergadering te Wieringen over het afkoopen van het
tiendrecht heeft bij eenige onzer tiendplichtigen de aandacht getrokken. Want ook
hier is sedert jaren een tiendkwestie. Het publiek weet daarvan het volgende: Voor
jaren, toen hier bijna al het land nog weiland was, werd het tiendrecht publiek
verkocht. De gemeenteraad besloot het tiendrecht aan te koopen, gelijk ook
geschiedde. De gemeentekas scheen destijds beter voorzien te zijn dan in latere
jaren; er werd althans beslooten van de tiendplichtigen geene rechten te heffen.
Eenige jaren later scheen men weer naar uitbreiding van de gemeente-inkomsten te
moeten uitzien: men liet weer tienden betalen. Dat is sedert zoo gebleven, tot men
voor een paar jaren is gaan klagen, dat van de bouwers een extra belasting werd
geeischt. Men vond dit des te meer onrechtvaardig, omdat door scheuring van
weiland tot bouwland, de tienden meer opbrachten, dan waarop bij aankoopen van
het recht tot tiendheffing kon worden gerekend. De gemeenteraad is aan dit
bezwaar gedeeltelijk tegemoet gekomen door eene verlaging. Het streven der bou
wers is natuurlijk algeheele afschaffing en bij verkiezingen voor gemeente
raadsleden kon dit wel eens de strijdleus worden.
In Wieringen verscheen ook een tiendheffer. In 1892 had de man heel wat moet
praten, loven en bieden met de daar wonende akkerbouwers, het was er vrij heftig
toegegaan maar uiteindelijk was men toch weer tot elkaar gekomen en werden de
tienden betaald.
58