de tweede schoof van links voor de pachter, (hij mocht dus niet van elke schoof de
grootste uitzoeken)
Uit de periode 1796 tot 1811 werden in Koedijk de bescheiden van de publieke
verpachtingen bewaard en die vertellen o.a.:
In 1796 pachtte Klaas Duif* de Zuidergeest tienden voor 221 guldens, in 1797
voor 153 guldens, in 1798 voor 107 gulden en in 1799 voor 185 guldens. Hij moest
de pachtsom ieder jaar voor Sint Catrijn betalen.
*Vermoedelijk was dit Klaas Sijmensz. Duif geboren 1745 te Oudorp, overleden
1821 in huis nr. 13 te
St.Pancras.
In Sint Pancras werden de tienden, voorzover bekend, niet verpacht maar werden
deze steeds door het gemeentebestuur ingevorderd. De raad huurde daarvoor een
tijdelijk ambtenaar, de tiendheffer, in. Van jaar op jaar viel het geld van de tienden
in de gemeentelijke schatkist en men wist niet beter of het hoorde zo.
Natuurlijk kwamen de tienden wel eens ter sprake. Zoals in 1863 toen het raadslid
M. Visser een goede beurt bij de kiezers probeerde te maken door een voorstel aan
zijn collega's te doen om de tienden te verlagen. Dit werd afgewimpeld met: Daar
is het nu de tijd niet voor. In den Haag is een wetsvoorstel in de maak om het
mogelijk te maken dat een tiendplichtige zijn belasting kan afkopen.
Het ongenoegen bij de bevolking duurde voort en kwam tot uiting toen een aantal
Broeker tuinders, die een akker in 't Veld bebouwden, vonden dat de tienden toch
maar een achterlijke zaak waren, dat ze genoeg belasting betaalden en het vertikten
nog langer de tienden te betalen, hetgeen ze per brief meldden aan het gemeen
tebestuur van St. Pancras. (De Broekers waren al eerder in geweer gekomen tegen
de tienden. Reeds in 1623 protesteerden ze samen met mensen uit Noord-
Scharwoude tegen een mogelijke heffing van tienden over tuinbouw produkten. De
tuinbouw begon hier toen een beetje gestalte te krijgen, anders gezegd dit was een
nieuwigheid. Over de vanouds geteelde produkten zoals granen, erwten en bonen
moesten altijd al de tienden worden betaald en in 1623 probeerde men te
voorkomen dat de tienden ook over nieuwe producten betaald zouden moeten
worden, helaas voor hen met weinig succes want later golden de tienden ook voor
de 'moeskruiden'.)
Zo werden de Pancrasser raadsleden in hun vergadering van 23 januari 1874 met
de neus op de tienden gedrukt. Natuurlijk waren Nobel en zijn mannen slecht te
spreken over die lui uit Broek en waren ze van mening dat deze mensen maar eens
flink moesten worden aangepakt.
51