Verleden jaar, op de zaterdag van de Najaarsfeesten, werd het monument onthuld.
Een flink aantal dorpelingen was hier getuige van, luisterde naar diverse sprekers
en de muzikale omlijsting, die bestond uit het gezang van een aantal schoolkin
deren en de door het harmoniekorps "Irene" gespeelde muziek.
Burgemeester Ter Heegde feliciteerde het dorp St. Pancras met de fraaie aanwinst
en beloofde namens de gemeente het op gemeentegrond staande monument goed
te verzorgen. Hij vond het jammer dat het tuinbouwdorp St. Pancras verleden tijd
was geworden, maar meende dat men de vooruitgang niet moest tegenhouden en
dat er voor de tuinders, die vroeger veel armoede hadden geleden, nu betere tijden
waren aangebroken.
Siem Wognum prees zich bijzonder gelukkig, dat hij mocht meemaken dat Sint
Pancras nu een blijvende herinnering aan de tuinbouw rijk was.
Wanneer de stichter van het Kossen-Leyenfonds, Kees Kossen, op dat moment
evenwel naast hem had gestaan, zou hij deze verteld hebben dat het akkerschuitje
zijn tijd had gehad want het Geestmerambacht was geen vaarpolder meer, maar een
rijpolder. Verder zou hij tegen de tuinder Kees Kossen gezegd hebben dat het tuin-
bouwtijdperk van St. Pancras voorbij was, nee, sterker nog, dat ons gemeente
bestuur zomaar een heel stuk van de Vroonermeer-polder had weggegeven aan
Alkmaar, want ze vechten niet meer voor ons.
Wel, dit mooie tuindersmonument en de woorden van beide genoemde sprekers
brachten ons op het idee in deze Klin ruime aandacht te schenken aan de tuinbouw-
geschiedenis van ons dorp.
We werden eraan herinnerd dat Grietje Kliffen-Keizer het tijdelijke met het eeuwi
ge verwisselde. Ook in haar verliezen we een meelevend lid, die ons meerdere
malen hielp aan gegevens over St. Pancras, die zij zich nog uit haar jeugd herin
nerde. Haar familie bezorgde ons het bekken, waarvan haar schoonvader Piet
Kliffen, vroeger als dorpsomroeper gebruik van maakte.
Het fenomeen dorpsomroeper bestaat niet meer. Kliffen werd vroeger ingehuurd
om bepaalde zaken aan de dorpelingen bekend te maken. Hij trok dan door het
dorp, bleef op bepaalde plaatsen staan, trok de aandacht door met een houten
hamer een paar fikse klappen op het koperen bekken te geven en riep vervolgens
op luide toon de hem opgedragen boodschap. Deze kon heel verschillend zijn,
zoals ""Uitverkoop bij De Pee"" of Noodslachting bij slager Kuitwaard"".
(Een ziek dier mocht meestal, zolang het nog leefde, geslacht worden, was het
overleden dan mocht dit niet meer. Zo'n noodslachting was vaak een goede
gelegenheid om een koopje te halen)
2