rine genoemd. Aan Jurgens en Van der Bergh (later een deel van Unielever) kregen de Hollandse koeien een geduchte concurrent. De gegoede burgerij hield geld over en wilde dit kapitaal zo goed mogelijk gebruiken. Velen kozen ervoor om hun winst in land te beleggen: grond kon niet verbranden en ook was het moeilijk om dit te stelen. De toenmalige Alkmaarse middenstand maakte gading op de landerijen, die hier te koop kwamen. In de kadastrale atlas van 1832 worden als zodanig reeds de volgende Alkmaarders vermeld: de herbergier-winkelier Mattijs Blek had ca. 6 ha wei- en bouwland, winkelier P. Schaaps was de bezitter van 10 perceeltjes akkerland die samen 2,50 ha groot waren en verder bezat hij hier ruim 4'/2 ha weiland, Steenkoper A v. d. Velde bezat ruim 5 ha bouw- en weiland, gist verkoper Jacob Borst was eigenaar van 9 ha weiland. In 1871 was er een raadslid van mening dat het hoofd van de school uitmuntend zijn best deed en dat er ook steeds meer kinderen op school kwamen. Zo'n man mocht toch ook wel wat delen in de welvaart, vandaar dat hij bij de begrotingsbehandeling voorstelde om aan de hoofdonderwijzer Van der Vijzel een salarisverhoging te geven. Het voorstel viel niet in goede aarde, niemand steunde hem. De voorzitter zei daarop dat het beter was om een kwekeling in de school te halen, zo iemand kon de taak van de onderwijzer belangrijk verlichten. Dat gebeurde. In 1872 stuurde de kwekeling Best een bedankbrief naar de raad voor de door hem ontvangen douceur. In 1875 vermeldde de gemeentebegroting dat de kwekeling een vergoeding kreeg van 150,-- en nog een jaarlijks fooitje van 10,-- In 1873 was het 300 jaar geleden dat Alkmaar werd ontzet. In februari werd in de gemeenteraad van St. Pancras afgesproken dat burgemeester Nobel en raadslid Waal voor het vieren van het ontzetfeest giften zouden inzamelen als steun aan Alkmaar, dat een 8-oktober-gedenkteken wilde oprichten. Na afloop van de raadsvergadering, die op 7 oktober 's morgens om half tien reeds was begonnen, nodigde burgemeester Nobel de raadsleden uit om met hem op schoolbezoek te gaan. Zodra ze in de klas waren, gingen de heren een onderzoek instellen naar de vorderingen van de leerlingen. De controleurs waren zeer tevreden en vonden dat de schooljeugd een traktatie meer dan verdiend had. Vervolgens wer 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2002 | | pagina 48