kaas, boter, rogge, kruisbessen, aalbessen, aardbeien, sla, radijs, wortelen, peenen,
rapen, witte en rode kool, pastinaken (toen pinksternakelen genoemd) uien, kroten,
bietwortelen, komkommers, peterselie, kervel, samengevat: allerlei akker- en
moeskruiden.
In het begin van de \T eeuw begon de tuinbouw zich langzaam uit te breiden:
In die tijd ontstonden in de buurt van elke grote stad welvarende tuinbouwstreken.
Toen de Heerhugowaard werd droog gemaakt, was de overgang van veeteelt naar
land- en tuinbouw reeds ingezet, elk van de Langedijker dorpen had ca 35 morgen
moesland en St. Pancras bezat 10 morgen. In die eeuw voeren de uit het
Geestmerambacht afkomstige met groente geladen scheepjes zowel naar Alkmaar
als naar Amsterdam.
Hier werden nog geen bloembollen verbouwd, maar...
In 1636 en 1637 wiert de handel in tulpen tot Alcmaer soo hart gedreven dat van
een bol van het beste soort, maer 1 a 2 gulden geldende, vercoft wiert tot 1500
gulden, (gokken zit ons in het bloed, of het nu met tulpenbollen is of met Nina's
aandelen van world-on-line)
Alkmaar was toen nog geen echte stad, het had nog een kooltuin en nog meer van
dergelijke agrarische zaken
39