Nu werd voor gezamenlijke rekening de vaart weer prima in orde gemaakt zodat de
Pancrasser Regent Jan Corneliszen de Ingeland van de 'Vroonjermeer' Gerrit
Harcks. weer met plezier hun schuitje konden voort kloeten in de Veert.
Of Alkmaar in de loop van de jaren vergat om het nodige onderhoud te plegen?
Op 26 febr. 1880 vond burgemeester P. Nobel het raadzaam zijn ambtgenoot in
Alkmaar te berichten dat enige tuinders uit St. Pancras hem dringend hadden
verzocht bij het gemeentebestuur van Alkmaar erop aan te dringen het vaarwater
langs de Noordkant van de Hoornse vaart te verbeteren. Het was bijna ondoenlijk
om met de producten in Alkmaar te komen. Ze moesten soms een uur lang
moeizaam voort ploeteren om hun vol geladen vaartuigen daar doorheen te krijgen
terwijl de weg, die langs die sloot loopt, hoogstens 10 minuten gaans lang is.
Nobel drong er op aan deze klachten te onderzoeken en indien ze gegrond waren,
te zorgen voor een betere vaarweg naar Alkmaar.
Eenzelfde soort brief ging naar het polderbestuur van Oudorp. Het water onder de
spoorbrug over de vaart achter Klaas Bakker was vreselijk ondiep. Soms moesten
ze met de vereende krachten van vier of vijf man elkanders geladen vaartuigen
onder die brug door duwen om verder te kunnen.
GROENE- en andere belevenissen al varende voort
In het begin van de 16e eeuw, de tijd van Karei V, zag het Geestmerambacht nog
groen van de weilanden. Een van de zeldzame gebieden waar enige moesteelt
plaats vond, was de Langedijk. In St. Pancras werd er ook iets aan gedaan, maar
veel minder dan in de Langedijker dorpen.
Dat er toen in deze omgeving wat groente werd verbouwd, blijkt ook uit een Alk-
maarse Keur(=verordening), die omstreeks 1580 werd gemaakt. Het stadsbestuur
gaf in de regeling aanwijzingen waar de groenten mochten worden verkocht en
deed dit met de woorden:
Idem alle wortellui en verkopers van ajuin, kool moeskruid en rapen die met
schuiten naar de markt gaan moeten als volgt hun ligplaatsen zoeken Vanaf de
Capelbrug eerst de wortelschuiten en daarna de anderen. Groenteschepen mogen
niet op Luttik Oudorp, de Mient en het Verdronkenoord gaan liggen om daar hun
waren aan de man te brengen.
Een Alkmaarse kroniekschrijver prijst Alkmaar aan als één van de beste steden van
Holland, waar de burgers niet behoeven te verhongeren, want rond 1600 werden
daar iedere vrijdag en zaterdag uit de omliggende dorpen naar de markt aangevoerd
een keur van artikelen o.a.:
38