Vroonermeer nl. Wouter Jacobszoon Hoogermolen en Willem van der Eyck in Alkmaar om te overleggen met het stadsbestuur. Afgesproken werd dat de sloot, die begon bij de Zes Wielen en via St. Pancras doorliep naar de Langedijker dorpen, voor gezamenlijke rekening zou worden verbreed en uitgediept. Alkmaar, de Ingelanden van de Vroonermeer en de Langedijker dorpen zouden ieder een derde deel van de kosten voor hun rekening nemen. De vaart kreeg een afgesproken breedte en diepte. Het werk eindigde bij de brug van St. Pancras. Ten aanzien van deze brug werd nog het volgende afgesproken: Is mede geaccordeert dat aanstonts het opmaecken van de voorschreven sloot een baer ofte balck geleyt zal worden in de brugge van St. Pancras, drie voeten onder 't somerpeyl van Geestmerambacht. (een voet was ca. 28 cm) Vermoedelijk hield dit verband met de afspraak dat de dorpelingen beloofden in de toekomst geen grotere 'vaertuygen van boeijers ofte schuytsjes' te gaan gebruiken als ze tot toen toe deden, want deze moesten ook 'de sloot passeren om over dese wielen gewonden te werden.' In maart 1757 werd begonnen bij de zeswielen, toen ook wel de Drie Overtomen genoemd, "staende ende gelegen een weynig buyten de Vriesche Poort even voorbij den verbranden Saegmolen" twee oude wielen af te breken en deze te vervangen door twee andere. Naar het oordeel van de stads timmerbaas Albert Pan der konden met deze twee wielen de uit de Langedijk komende kleine vaartuigen en alle schuitjes uit St. Pancras (die langs geen andere route in de stad konden komen) heel goed allemaal worden overgehaald. Deze overtoom en het schutten door de sluis, die aan deze kant van het huis was gelegen, werd met dit woonhuis verpacht voor 1500 gulden per jaar. (hetgeen vermoedelijk door de pachter op de van de overtoom gebruik makende schippers kon worden verhaald) Af en toe moest er aan de vaart naar St. Pancras onderhoud worden gepleegd, zoals in 1768 toen de dorpelingen aan Alkmaar schreven dat er in negentig jaar niets aan de vaart was gedaan en deze dusdanig was vervuild door stuifzand en inzakken van de slootkant, dat deze opnieuw zou moeten worden uitgeschoten. Een gedeelte van de vaart liep door de ringsloot van de Vroonermeer. Vanzelfsprekend zorgden de ingelanden er wel voor dat in het belang van een goede waterbeheersing van hun polder de aan- en afvoer van water in orde was. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2002 | | pagina 38