De nog niet zo lang in functie zijnde burgemeester van St. Pancras, die inmiddels
ook waarnemend burgemeester van Langedijk was geworden, zat met twee benen
in één kous en vertelde aan zijn eerste liefde: "Sint Pancras blijft voor mij nummer
één, hoewel ik mij natuurlijk ook voor Langedijk inzet."
De tuinbouwers en veel anderen uit Sint Pancras konden instemmen met hun
gemeenteraad, die het standpunt huldigde: We trachten allereerst om een zelf
standige gemeente te blijven. Indien dat geen haalbare kaart blijkt te zijn, dan
spreken we de voorkeur uit om samen te gaan met de Langedijk.
In een krantenartikel van 19 mei 1987 met als titel "Tussen hoop en
wanhoop" wordt de stemming van de Pancrassers goed weergegeven.
De dagen van Sint Pancras lijken geteld. De strijd voor behoud van de zelfstandigheid is
weliswaar nog niet opgegeven, maar de samenvoeging met Langedijk wordt al
voorbereid. Het dorp leeft tussen hoop en wanhoop. De 5231 inwoners troosten zich met
de gedachte dat een gedwongen huwelijk met Langedijk altijd nog beter is dan ingelijfd te
worden bij Alkmaar, want dan kan je je hond wegdoen vanwege de hondenbelasting, zegt
een Pancrasser.
Gepensioneerd bloembollenkweker Gerrit Tol is vandaag alleen thuis; moeder is vandaag
weg met de Plattelandsvrouwen. Aan de overkant van de weg wordt zijn nieuwe huis
gebouwd. "Moeder wil onze laatste levensjaren gelijkvloers wonen. Laatst zei iemand nog:
hoe haal je het in malle harses, als het klaar is ben je dood".
"Sint Pancras is een heel aardig dorpje. In Langedijk woont heel ander volk. Daar doen ze
na het werk hun zondagse pak aan, hier houden we onze blauwe kiel aan. Vroeger kon ik
hier iedereen, nu lijkt het Dorpshuis De Geist wel Alkmaar, allemaal import. Ik ken d'r
geen mens. Die import heeft ook vaak het hoogste woord, allemaal geletterde mensen. Zij
durven veel, onze strot loopt dan vol van de zenuwen
Een kwart eeuw was hij Sinterklaas. "Dat was wel mooi. Op straat zingen ze me nog vaak
na: dag Sinterklaasje, dag. Een kleuter vroeg me eens of ik hem een kindje wilde geven.
Roept een ander: dat kan toch niet, dan raakt de Sint te bed en komen er geen cadeautjes
meer! Ik heb het tot twee jaar geleden gedaan. Je moet ermee stoppen voor je begint te
teuten.
Jb. Tol Sr. zijn grootvader, was een gevreesd man. "Hij maakte dagelijks een eigen
muurkrant. Met krijt becommentarieerde hij op de schuurdeur de gang van zaken in het
dorp, dingen over de gemeenteraad. Sommige raadsleden zeiden dat-ie kinds was, waarop
opa zei: "zouden ze wel willen!"
Zelfheeft hij eenmaal kandidaat gestaan voor een raadszetei "Ik kreeg één stem, van mijn
moeder. Ik ben niet geschikt voor zulk werk, ik ben zo 'n allemachtig ouderwets kereltje
Hij zit vol verhalen. "De echte dorpstypes verdwijnen, zoals Japie Trommel en Jaap
Miessen. Die stonden aan de weg te beursen en dan praatten ze uren. Of de
175