In zijn antwoord aan de Geneeskundige Inspectie verontschuldigde Van der Vijzel
zich allereerst voor zijn late reactie. Vervolgens vermeldde hij hetgeen de veld
wachter had geconstateerd. Hij eindigde met de vraag: Zou het ook kunnen dat de
bewuste koe door een halfbroer van Toepoel, Kloosterboer geheten en wonend in
Broek op Langedijk, is aangekocht Misschien kan die meer licht op deze zaak
werpen.
De volgende dag wist Van der Vijzel precies hoe de vork in de steel zat. De
bewuste koe van de Castricumer bakker was aan kraamziekte gestorven. Op zon
dagmorgen was de koe ten huize van bakker Blokker en voor diens rekening ge
slacht door Toepoel. Vervolgens had Blokker het vlees verkocht aan een zekere
Pluister, de koetsier van de Broeker huisarts, die naast deze dokter woonachtig was
Om terug te komen op het bewuste schuitje:
Gedurende de zomermaanden moesten Jan Claasz. Smit, Ariën Booy, Dirk Klaver
en de andere koeboeren met behulp van een kloet en een schuitje naar het weiland
varen om daar te melken.
Ook maakten de Pancrasser boeren van het schuitje gebruik, wanneer ze met hun
eigengemaakte kaas en boter naar Alkmaar gingen om daar deze producten aan de
man te brengen.
Indien hij een goede prijs voor zijn zuivel had weten te maken, stond het gezicht
van de boer vrolijk. Maar dat was ook wel eens anders.
In het begin van de 18e eeuw woedde de veepest hier in ernstige mate. Veel koeien
stierven aan deze besmettelijke ziekte. Sommige boeren werden in korte tijd
straatarm. Ze zagen geen kans de huur van hun weilanden te betalen en verlieten de
gepachte percelen.
In 'De historie van Koedijk' citeert de heer Geus een op deze veeziekte betrekking
hebbende notitie uit het diaconieboek: Een grote sterfte onder de koebeeste in 't
jaer 1713 en het begin van 't jaer 1714 is alhier tot Koedijk gesturven na onse
rekening twaelfhondert en ses en dertig koeje, soo jonge als oude.
Een boer, die al zijn vee verloren had zien gaan, had geen weiland meer nodig en
zei de huur op. In de regel werd er in die jaren geen nieuwe huurder gevonden.
De gebruiker of eigenaar moest voor het land belasting betalen. De huurder had het
land in de steek gelaten en zat op zwart zaad, de eigenaar ontving geen huur waar
uit hij de belasting kon betalen. Dergelijke problemen waren er in die tijd aan de
lopende band.
14