K o e d i i k
1947 1959
Agrarische beroepen 381 60% 201 33%
272 56% 152 39%
46=10% 126 33%
165 34% 107= 28%
483=100% 385=100%
1947 1959
S t. P a n c r as
Forensen
Plaatselijk
Totaal
109 18% 295 50%
142 22% 100=17%
632=100% 596 =100%
Uit dit overzicht blijkt duidelijk dat in 1947 het grootste deel van de bevolking het
brood op de plank' nog in de tuinbouw verdiende, maar dat dit beeld twaalf jaar
later duchtig was gewijzigd. Anders gezegd: 'Beide dorpen waren bezig hun
agrarisch karakter te verliezen!
De eerste symptomen van die achteruitgang openbaarden zich reeds in de crisis
jaren. De tuinbouw vroeg minder arbeiders, er kwamen werklozen en er waren, die
probeerden om elders werk te vinden. Degenen die hiermee succes hadden,
kwamen geleidelijk tot de ontdekking dat de lonen en de arbeidsvoorwaarden in
hun nieuwe werkkring goed konden concurreren met die in de tuinbouw. Plat
gezegd: de hoogovens gaven meer loon, terwijl de werktijden en andere zaken
gunstiger waren dan op de akker. Dit proces zette zich ook na de oorlog voort.
Weliswaar dat de agrariërs tijdens de oorlog een betere prijs maakten voor hun
producten en er later ook nog wel gunstige jaren waren, maar het gelukte niet
iedere tuinder om tot een goede bedrijfsvoering te komen. Daarom kwamen ook
sommige zelfstandige tuinders er toe hun bedrijf prijs te geven en gingen zij elders
hun geluk beproevend emigratie, bij de gemeente, de fabriek).
De teruggang was in Koedijk sterker dan in St. Pancras.
Van ouds had men in St. Pancras veelal de gewoonte van risico-spreiding, men
zette niet alles op één kaart. Dit kon gemakkelijk omdat de tuinders hun producten
teelden op verschillende grondsoorten, waarop ook de vocht- en zoutgehalten
nogal uiteen konden lopen.
De opgebaggerde veengronden waren geschikt voor vroege aardappels;
de zandige meergronden voor middelvroege tuinbouw- en wortelgewassen;
de knikgronden, - de minst bruikbare gronden - voor late bewaarkool,
terwijl de strandgronden dicht bij huis zich best leenden voor diverse vroege, tere
gewassen en voor groenten en fruit onder glas en bloembollen.
Naast voordelen had dit ook bezwaren, want deze wijze van bedrijfsvoering bracht
met zich mee, dat de percelen vrij ver uit elkaar lagen, waardoor er gemakkelijk
arbeidstijd verloren kon gaan.
157