•W
rrmging
ijs zouden breken. Zolang het ijs niet voldoende draagkracht had, ging een stel
mannen in de boeier om deze met een kloet voort te duwen door de ijskorst. Soms
moest men hiervoor van voor naar achteren lopen, terwijl enkele mannen langs de
kant met touwen aan de boeier sjorden. Men beschikte ook over houten stampers
om het ijs geweld aan te doen. Wanneer het ijs sterker werd, kwamen de bijlen en
zagen er aan te pas om de vaargeul open te houden.
Alle tuinders hadden belang bij het openhouden van de vaargeul, waardoor men op
goedkope wijze de winterkool naar de Langedijker veiling kon brengen en allen
waren lid van de "IJsboeier".
Als contributie betaalde men slechts 50 cent per jaar plus 10 cent voor iedere
opgeslagen spoorwagen kool. (10.000 kg.).
Gedurende de zomermaanden werd de boeier verhuurd en bracht deze dus geld
op, hetgeen de contributie ten goede kwam.
Door deze samenwerking ontstond een hechte band tussen de leden onderling en
die demonstreerde zich tijdens de jaarvergadering, waarbij ieder lid aanwezig was
en het er steeds gezellig toe ging.
154