daarop nog staande boet bood hij te koop aan. Joannes kocht het in 1908 en toen hij
vervolgens zijn nieuwkoop ging bekijken, zag hij dat Bakker geen kans had gezien
om de waterput mee te nemen naar zijn nieuwe woonplaats.
Toen Joannes trouwplannen kreeg, liet hij op het erf pal naast de daar nog aan
wezige waterput, een nieuw huis bouwen.
Aanvankelijk probeerde Joannes de inkomsten uit zijn tuindersbedrijf iets aan te
vullen met een vanuit de schuur gedreven kunstmesthandel.
In de jaren twintig, de crisis was al enigszins merkbaar, probeerde zijn vrouw de
gezinsinkomsten iets op te vijzelen met het verkopen van gist. Veel mensen bakten
toen nog zelf hun brood. De familie Ploeger betrok de gist van bakker Bruin en 's
morgens voor schoolti jd moesten de kinderen ieder hun wijk in het dorp afwerken.
Zoals meer tuinders voelde Joannes Ploeger zich ook nauw betrokken bij het dorps-
en verenigingsleven. Kerk, school en politiek waren zaken, waaraan hij in zijn vrije
tijd graag zijn beste krachten gaf.
Naast de groenteteelt, hield Joannes er ook 'een kraam bollen' op na. "Vaak waren
de bollen de kurk, waarop mijn bouwerij moest drijven," vertelde hij eens.
Joannes Ploeger
152