De Wagenaars verbouwden vrij veel bloem-kool. 'Jaap
zonder gat' zei wel eens dat er vroeger uit St. Pancras
hele beste bloemkool kwam. Kees Kloosterboer en Jaap
Wagenaar waren bekend om de kwaliteit die ze in dezen
leverden. De Beverkoog was heel geschikt voor de
verbouw van bloemkool.
Cornelis Wagenaar had voor zijn bedrijfs-voering nog
houten vaartuigen: een praam, een schuitje van ongeveer
een halve praam en eentje van drie kwart praam.
In de crisisjaren brachten ze eens een praam vol witte
kool naar de veiling. Deze bracht 50,-- op en Wagenaar
was daar toen bijzonder mee in zijn nopjes. Voor die tijd
hadden ze een heel goede prijs gemaakt.
In 1928 lieten ze hun eerste kas bouwen de eerste
tomatenkas werd hier in 1926 gezet).
In het daarop volgende jaar teelden ze tomaten
in die kas. (de kas was van 1600 broeibakramen gemaakt). Ze waren over het
resultaat heel tevreden en lieten er dus nog eentje bijzetten. Het volgende jaar
maakten ze met twee kassen ongeveer evenveel als het jaar daarvoor uit één.
In de oorlog zijn hier heel wat kassen gesloopt. Achteraf had men ze beter kunnen
laten staan.
Zoon Anton werkte aanvankelijk bij zijn vader en begon van lieverlee aan een
eigen bedrijf. Hij begon met één of twee akkers voor zichzelf te bouwen en voor
het overige was hij bij zijn vader in dienst. Het eigen bedrijf werd in de volgende
jaren langzaam uitgebreid en dat ging zolang door totdat vader Kees af en toe
Anton een handje hielp in het bedrijf van zijn zoon..
Anton had een ijzeren praam en daarnaast een tweedehands 'metor'.
Toen we Anton vroegen, hoe hij zijn leven als tuinder bezag, gaf hij als antwoord
dat dit mooie maar ook minder mooie kanten had. Zijn mening, iets aangevuld met
die van enkele andere oud-tuinders, is:
Wortel hozers.
149