De bewoners van de Twuyverweg zagen uit op dit Plaatje
volgde zoon Jaap hem op. Omstreeks 1927, toen het met grove tuinbouw af en toe
minder goed vlotte, liet Jaap achter zijn huis een aantal kassen bouwen, waarin hij
tomaten kweekte.
Vermoedelijk was Jaap één van degenen, die noodgedwongen op de akker waren
terechtgekomen. In ieder geval, hij bleef geen bouwer, maar opende een winkel
waarin hij manufacturen verkocht. In het begin van de jaren vijftig emigreerde hij
met zijn uit vijf personen bestaand gezin naar Australië.
Broer Jan begon een tuindersbedrijf op Benedenweg 170 en iets later schoof hij een
paar huizen zuidwaarts op en vestigde zich op Benedenweg 192.
Ook hij probeerde omstreeks 1927 het enigszins over een andere boeg te gooien
door zowel achter als voor zijn huis (nu de Nobeihof) kassen te bouwen. Hij teelde
hoofdzakelijk tomaten en aanvankelijk was dit een lucratieve bezigheid. Ook had
hij snijbonen in zijn assortiment.
Op zijn akkers was het niet alles kool wat de klok sloeg, maar Jan zag meer licht
in de bollenteelt. Vooral de tulp had zijn belangstelling. Hij verbouwde verschil
lende soorten, 'trok' tulpen in zijn kas om die als snijbloemen te verkopen. Hij
145
