kassen. Bij sommigen gelukte dit vrij goed en zij waren over de opbrengst niet ontevreden. Een enkeling probeerde het eens met witlof. Aanvankelijk was dit niet zo succes vol. In de oorlog, toen men weinig keus had en vaak genoegen moest nemen met hetgeen aanwezig was, leerden velen de smaak van witlof te waarderen. Vandaar dat na de oorlog deze teelt hier algemener werd. Maar voordat het zo ver was, kwamen eerst de jaren van de crisis De Amerikanen hadden zich op de handel in aandelen gestort. Iemand kocht een stel waardepapieren van een bepaalde firma. Enkele maanden later deed hij deze effecten weer van de hand, ze waren flink gestegen, dus de man boekte een flinke winst. Anderen hoorden dit en kochten hetzelfde aandeel ook. Door de vraag werden ze nog duurder en kregen degenen, die zo gelukkig waren een stel van deze aandelen te bezitten, de kans om die in klinkende munt om te zetten. Met die handel viel wat te verdienen, dat men niet eerder op zo'n idee was geko men! Het duurde totdat men ontdekte: we zijn bezig met windhandel, we hebben die effecten tot een ongekende hoogte opgedreven, veel meer dan ze in feite waard zijn en na deze constatering klapte de Amerikaanse beurs in elkaar en werden in korte tijd reusachtige verliezen geleden. Wallstreet sleepte de beurzen en banken van andere landen mee in zijn val. Het werd een soort domino effect. Ook de agrarische sector werd zwaar getroffen. Amerika leverde prima graan voor minder dan de halve kostprijs van het Nederlandse graan. Met andere woorden: De ontwikkeling in het beurs- en bankwezen liet niet na zijn invloed uit te oefenen op de agrarische sector. Veel landen probeerden de eigen landbouw en veeteelt te beschermen door allerlei invoerbeperkende maatregelen te nemen. Zoals in 1933 Duitsland deed. Nadat het nationaal socialisme daar de lakens was gaan uitdelen ging dit land de nationale productie beschermen. Duitsland moest zelf zijn burgers kunnen voeden en de invoer werd zwaar aan ban den gelegd o.a. door de invoerrechten op tuinbouwproducten zeer drastisch te verhogen: bij de kool kwam 8 mark op de minimum veiling prijs van 0,40. In feite betekende dit dat de export naar Duitsland stil stond. Vandaar dat er hier stemmen opgingen om de Duitse producten te boycotten. In 1934 werd na onderhandelingen het Duitse invoerrecht verlaagd tot 2 mark. Dit bracht wel enige verbetering, maar inmiddels had Engeland ook de invoerrechten drastisch verhoogd en dat deed de verbetering in feite weer teniet. 133

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2002 | | pagina 135