In 1928 besloten de gemeenteraden van Koedijk en St. Pancras om gezamenlijk
een fietspad op het Daalmeerpad aan te leggen. Er volgde een touwtrekkerij over
wie aanleg en onderhoud betalen zou: elke gemeente op eigen grondgebied of naar
verhouding van het aantal gebruikers (inwoners per gemeente)
Nadat besloten was tot 'per inwoner' en polder en veilingbestuur en de
tuinbouwvereniging "De West" ook nog enige toezeggingen hadden gedaan, werd
in 1930 met de uitvoering begonnen. Zo kwam er een betegeld fietspad van ruim 2
km lengte en ongeveer P/2 meter breedte met een zestal vrij hoge bruggen.
Van het pad werd vrij veel gebruik gemaakt: voor de eerder genoemde doelen,
maar ook als verbindingsweg met de kust, waarvan ook Langedijkers en bewoners
uit de Heer Hugowaard profiteerden.
Geregeld bracht het een of andere raadslid tijdens een vergadering de wegen ter
sprake, zoals:
In 1889 merkte de heer Keizer op dat er in de straat van de Onderweg enige kuilen
kwamen en ook vond hij dat het waarschuwingsbordje bij de voetbrug herstelling
behoefde.
De heer Kloosterboer vestigde de aandacht op het straatje in het landpad, waarvan
ongeveer 30 meter in de onmiddellijke nabijheid van de brug te laag lag.
De heet Kalis vroeg of de voorzitter eens aandacht wilde besteden aan het draaihek
bij Appelman aan het spoor.
In 1891 werd gezegd dat Dirk Sluis straf verdiende. Een raadslid meldde dat hij de
openbare weg verontreinigde door as en ander huisvuil naast de weg op een hoop te
werpen en dit kwam dan later vanzelf op de weg terecht. De raad vond dat de
veldwachter beter op Dirks escapades moest letten.
Ook de huisvrouw van Van Putten was stout. Want zij gooide huisvuil op de weg.
Een karweitje voor de nog niet zo lang in gemeentedienst zijnde veldwachter
Dekker.
met de dood in zijn schoenen
Vermoedelijk heeft burgemeester Van der Vijzel erover lopen te tobben. Reeds
voor hij die bewuste brief van de Commissaris van de Koningin ontving...
In deze brief wees de commissaris hem erop dat binnen afzienbare tijd zijn ambts
termijn als burgemeester zou aflopen. Indien Van der Vijzel prijs stelde op een
herbenoeming dan wilde de Commissaris dit graag weten en zou hij daaromtrent
maatregelen treffen.
122