In de tijd dat lang niet iedereen een telefoontoestel in huis had, gaf men aan de
brievengaarder (postkantoorhouder) een telegram op. Deze belde het vervolgens
door naar het postkantoor in de woonplaats van de geadresseerde. In het laatste
postkantoor werd het telefonische bericht op papier gezet en vervolgens naar de
geadresseerde gebracht.
In mijn geboortedorp vroeg een tuinder me indertijd of het waar was dat ik naar St.
Pancras ging. Toen ik bevestigend antwoordde, vertelde hij eens aardappelen te
hebben verkocht aan een in St. Pancras wonende koopman. Hij had ze per spoor
verzonden en kreeg enige dagen later een telegram uit St. Pancras met de bood
schap: Veel ziekte in de lading. Prijs moet lager. "Wel", zei de oude baas, ik heb
meteen een telegram terug gestuurd met: 'Ik kom er aan.Een uurtje later werd er
weer een telegram bij me bezorgd met de inhoud: "ziekte valt mee, blijf maar.
Een telegram moest per woord (lettergreep) worden betaald, vandaar dat men het
zo kort mogelijk - in telegramstijl - hield.
De telefoongids van Januari 1915- er was slechts één gids voor geheel Nederland -
vermeldde St. Pancras tussen Overzande en Pannerden als
PANCRAS (ST.) (hulptelefoonkantoor)
Het kantoor was geopend van 8.- tot 13.- van 14.- tot 15.30 en van 18.- tot 20.30.
Op zon- en feestdagen was er geen dienst. Er was een openbare telefooncel in het
kantoor aanwezig en "het aanvragen van telefoongesprekken wordt ook in
densluitingstijd beproefd.
Natuurlijk was er een telefoonaansluiting in het post- en telegraafkantoor. In het
dorp waren drie woningen met een telefoonaansluiting, nl.:
1 Oudes, A. Bloembollenkweker, Bovenweg.
2 Kroonenburg, J van de fa. J. Kroonenburg en Co., Groentenhandel
3 Timmerman, N. Graanhandel.
daalmeerpad
Reeds lange tijd was er een landpad naar Koedijk. Aanvankelijk liep een groot ge
deelte van het pad over de kade van de Daalmeer. Later liet men het pad dwars
door een stuk bouwland lopen, waardoor het aanmerkelijk werd bekort.
In 1888 liet het polderbestuur dat gedeelte bestraten. (In het midden een smal
klinkerstraatje en aan beide zijden een flinke strook gras). Een jaar of vier later
wierp men in de Koedijker raad een balletje op om van het voetpad een weg te
maken.
120