Een ander wel gebruikte eenheid was de snees. Een snees eieren was 20 stuks.
Met de komst van de veiling verdwenen naast het 7-tallig stelsel ook de
zogenaamde 'toetallen'.
De kruidenier van eertijds woog uit een grote baal van 25 of nog meer kilo's, zout,
suiker, meel enz. De klant plaatste zijn bestelling en terwijl de koper toekeek,
woog de winkelier de waren uit. Wanneer hij het juiste gewicht had bereikt, placht
hij er een klein schepje bovenop te doen. De klant moest zien, dat hij koning was
en dat hem niet tekort werd gedaan. De melkboer mat de melk uit met een litermaat
en nadat hij deze had leeggegoten in de pan of schaal van de klant, deed hij, om
dezelfde reden er nog een scheutje overheen. (Kwaadsprekers zeiden wel eens dat
die melkboer zijn dikke duim in de litermaat hield waardoor de klant dus in eerste
instantie tekort werd gedaan en dat het scheutje toe hem of haar meer dan
toekwam).
Zo gaven de tuinders bij de verkoop van de door hen
geteelde producten er ook iets bovenop. In de loop van de
tijd was dit uitgegroeid tot de gewoonte om bij verkoop
bij iedere 100 stuks 12 stuks extra te geven.
Ook dit gebruik werd al spoedig nadat de veiling was
begonnen, afgeschaft.
Bascule Aanvankelijk verkochten de tuinders aardappelen en uien
per mandje. Een goed gevuld mandje bevatte IV/2 kg. aardappelen. Toen aan het
licht kwam dat er tuinders waren, die kleinere mandjes lieten maken, die met geen
mogelijkheid het normale gewicht konden bergen, maar wel voor normale mandjes
werden verkocht, was het spoedig gedaan met deze pret. Voortaan werd er niet
meer per kist, zak of mand, maar per kg. verkocht!
Aanvankelijk was het voor sommige tuinders moeilijk om al hun producten naar de
veiling te brengen. Men dacht wel eens bij een goed bekende koopman een betere
prijs te kunnen maken. Na enige tijd leerde de ervaring dat de vraag de prijs be
paalde en dat de tuinder daarom beter zijn producten op de veiling kon verkopen.
Ook de keurmeester had zijn intrede gedaan. Deze bekeek de aangevoerde produc
ten en gaf een oordeel over de kwaliteit, maat en gewicht en zijn bevindingen
werden door de veilingmeester, voordat hij met de afslag begon, bekend gemaakt
aan de kopers, bijvoorbeeld: "100 krop sla met een enkel luisje". De keurmeester
zag er op toe dat de gehele partij van dezelfde kwaliteit was en dat de tuinders
"niet de beste broodjes voor het etalageraam hadden gelegd" door de mooiste
118