zijn door het opruimen van de Spanjaardsdam in Uw gemeente en van een aantal
kleinere obstakels in de gemeente St. Pancras. Zodra in Broek werd besloten om de
Spanjaardsdam op te ruimen, ging Pancras maatregelen treffen om de daar
aanwezige ondiepten te verwijderen. Men rekende op de medewerking van 't
bestuur om het vaarwater in de onder hun beheer staande polder te verbeteren.
Ja, die meststoffen. Men gebruikte nog heel wat ouderwetse, gezien het antwoord
van de Pancrasser secretarie op een vraag uit Haarlem: Slechts bij twee huizen in
de gemeente en bij het schoolgebouw (ca. 90 leerlingen) zijn er gemetselde
beerputten. De fecaliën worden als mest in de landbouw gebruikt. (1891)
Maar in 1897 vermeldde Van der Vijzel in het gemeentelijk jaarverslag: "De
verzameling der fecaliën bij de schoollokalen in beerputten is vervangen door een
tonnenstelsel. (Vermoedelijk was dit noodzakelijk wegens productietoename
ontstaan door de vermeerdering van het aantal leerlingen.)
als de drank is in de man
In de burgemeesterloze tijd vroeg T Ruys Jzn, koffie- en bierhuishouder, of hij de
leverantie van verversingen voor het gemeentehuis mocht hebben. Toen meenden
de heren dat men deze beslissing maar aan de nieuwe raad moest overlaten. Er
kwamen enkele nieuwe raadsleden en een nieuwe burgemeester, (de raad trad niet
in zijn geheel af, maar steeds waren 2 of 3 leden aan de beurt om dit te doen).
Onder het bewind van de oude meester en tevens kersverse burgemeester werd
besloten om bij tijd en wijle, als dit zo uit zou komen, de heer Ruys wat bier te
laten leveren.
Natuurlijk gingen de Regenten in het vervolg zich niet op kosten van de burgerij
aan drankmisbruik te buiten. Wel zal "de oorzaak drank" van toepassing zijn
geweest op een gebeurtenis, die ca. driejaar eerder had plaats gevonden.
In zijn kwaliteit als hoofd van de politie (eerder was dit de schout) moest een
burgemeester in die tijd processen-verbaal opmaken. Dat had burgemeester P.
Nobel gedaan, maar hij vond het nodig om enkele zaken, die hij nadien had
gehoord, per brief aan de Officier van Justitie te melden:
Dat die persoonen van Broek op Langendijk wel verschrikkelijk baldadig zijn
geweest. Buiten het verbaliseerde hebben zij bij Klaas Smit een poortje vernield,
evenzoo bij Andries Oudes en evenzoo bij Gerrit Bakker, terwijl zij het traliehek
van de pastorie heel wat hebben vernield, terwijl nog is weggebroken een dam- of
afsluithek van een stuk land behoorende aan den heer Jacob Keizer, zoodat die zijn
vee niet in het land kon houwde.
105