imm
aan het desbetreffende artikel uit het wetboek van strafrecht werd herinnerd.
Anderen volgden zijn voorbeeld en het leek er op dat binnen afzienbare tijd de
groenten niet meer per schuit naar de markt gebracht zouden kunnen worden. Dat
zou een groot nadeel voor veel bouwers betekenen, geen wonder dat men op
middelen ging zinnen om dit op te lossen.
In de Alkmaarsche Courant van 10 januari 1900 stond het
volgende uit St. Pancras afkomstige bericht: De
verdeeling der werkzaamheden omtrent het openhouden
van de vaart naar de laadplaats te Broek veroorzaakte de
laatste jaren heel wat moeilijkheden. Eerder gebeurde dit
door het Burgerlijk Armbestuur bij wijze van
arbeidsverschajfing voor werklooze arbeiders. Enkele
bouwers protesteerden toen, meenend als zij deze arbeid
verrichtten bedeeling ontvangenNu is de vaart door
paaltjes in
afstanden verdeeld en moet iedere bouwer over een afstand de vaart openhouden.
Gelukkig dat men aan de andere kant van 'het slager-Jonkers-laantje' een aantal
jaren later blijk gaf van wat meer saamhorigheid.
Een bijkomend probleem was dat een dergelijke vaargeul - in de volksmond
'slofter' genoemd - levensgevaarlijk kon zijn voor kinderen, die onwetend van
hetgeen hen bedreigde, zich op het ijs begaven. Helaas is het enkele malen gebeurd
dat er een kind hiervan het slachtoffer werd.
Mee door het gevaar dat de slofter opleverde ging de ijsclub er later toe over 'de
ijsbaan op een sloot in de polder' te verlaten en een ijsbaan op het land te maken.
In 1899 kreeg de gemeenteraad van St. Pancras geregeld verzoeken van belang
hebbenden om het vaarwater van St. Pancras naar Broek op Langedijk geschikt te
maken om er met geladen damschuiten in te varen. Dan kon er meer kool tegelijk
worden vervoerd en het had tevens het voordeel dat er meststoffen in grotere
hoeveelheden vervoerd konden worden.
De Raad speelde de vraag door naar het Polderbestuur van Broek op Langedijk en
stelde dat deze verbetering zowel in het belang van de Broeker als van de
Pancrasser bouwers zou zijn. Men voegde er aan toe dat er vrij veel kosten zouden
104