De Transporters
Gelukkig kon men op 'de beurzen' van St. Pancras ook nog over andere zaken spreken
Zoals die van de Transporters. (werklieden, die bij de veiling ervoor zorgden dat de
door de tuinders aangevoerde en vervolgens door de kooplui gekochte groente in
spoorwagons werd geladen).
In 1923 was een groot aantal kooplui slecht te spreken over het doen en laten van de
transporters. Herhaaldelijk werd er over geklaagd en tijdens de bijeenkomsten van
hun vereniging 'De Koophandel' kwam het geregeld op tafel. Het aantal klachten nam
toe en er gingen zelfs stemmen op om het contract, dat de Koophandel met de
Transporters had gesloten en het volgende jaar afliep, niet te verlengen en om te zien
naar andere mensen dan de Transporters.
Toen de L.G.C., het bestuur van de Broeker veiling en de Noordermarktbond van
Noord-Scharwoude dit laatste hoorden, sloeg hun de schrik om het hart en wisten ze
de kooplui over te halen zich hierop nog eens te bezinnen.
De Koophandel gaf gehoor aan dit verzoek en stelde een nieuw contract op. Daarna
werd met de veihngbesturen afgesproken de Transporters uit te nodigen voor een
gezamenlijke vergadering om dan met hen deze zaak te bespreken.
De vergadering met de Transporters werd geleid door de voorzitter van de Noor
dermarktbond. Deze lag beter in de markt bij de Transporters dan die van de L.G.C.
De kooplui en het bestuur van de L.G.C. dachten dat hij hiervoor de meest aan
gewezen persoon was. Nadat de veilingvoorzitter van Noord - Scharwoude de verga
dering had geopend, gaf hij verslag van de voorafgaande en hierboven beschreven
gebeurtenissen. Zijn laatste mededeling was dat De Koophandel een nieuw contract
had ontworpen en dat men in deze vergadering graag dit concept, dat de Transporters
al eerder hadden ontvangen, met hen wilde bespreken. Op het moment dat hij dit
laatste zei, kwam er beweging in de heren van het transport. Ze zeiden dat ze dit
concept wel wilden bespreken, maar niet in tegenwoordigheid van de tuinders
ze zagen het veilingbestuur als de vertegenwoordiging van de tuinders en in zekere
zin was dit zo). De kooplieden waren hun werkgevers en daarmee wilden ze als
werknemers wel onderhandelen, maar de tuinders waren hun vrienden niet en met hen
wilden ze niets van doen hebben.. Wanneer de veilmgbonden vergaderden kwamen
daar altijd, terecht of niet terecht, klachten over de Transporters op tafel en die werden
daar steeds lang en breed besproken, maar nooit had men het fatsoen om in die
vergaderingen ook eens de Transporters aan het woord te laten. Vandaar hun
conclusie: De tuinders er uit, zo niet, dan vertrekken wij
De veihngbesturen kozen daarop de wijste weg en verlieten de vergadering.
97