De opzichter en de arbeiders in de veenderij: v. I. nr. r.Jan Wever, Klaas de Geus, Jan van Kampen,
Willem Keizer, Keizer (vader en zoon), Willem Groen (kettebom), Jacob Kriek.
Natuurlijk werd een en ander de bestuurders kwalijk genomen.
Dat kwam tot uiting bij het afscheid van de heer C. Beets. Nadat hij ruim een jaar
zitting in de Veencommissie had, werd het hem allemaal teveel: hij bedankte als
raadslid en wethouder van Koedijk en dus ook als voorzitter en lid van de Veen-
commissie.
Zijn politieke vrienden in Koedijk konden er niet bij, dat hij zomaar de pijp aan
Maarten gaf en toen ze dit m een vergadering van hun kiesvereniging tegen Beets
zeiden, antwoordde deze: 'ik moest kiezen tussen mijn zaak enerzijds en het raads
werk met het voorzitterschap van de Veencommissie anderzijds. Vooral het laatste is
me erg zwaar gevallen. Omdat het hemd uiteindelijk nader is dan de rok, heb ik voor
mijn zaak gekozen."
In een vergadering van de Veencommissie werd hij geprezen om zijn werklust en de
collegiale houding, die hij steeds had aangenomen.
91