En ik kan het gemopper van het publiek dan ook helemaal niet begrijpen: Ze kunnen
kwaliteitsbrandstof kopen tegen een zeer billijke prijs en helpen daarmee hun
werkloze dorpsgenoten aan werk, waarmee dezen een redelijk loon kunnen verdienen
dat varieert tussen 20,- en 24,- per week. (er werd 1,15 gegeven voor 1000 steekturven en ƒ0.20
voor 1 nf baggerturf)
De mensen zeggen wel dat er 111 de veenderij een stelletje lanterfanters rondloopt, niets
is minder waar. De meeste arbeiders zijn de hele dag ijverig bezig met het hun
opgedragen werk, een enkeling heeft wel eens een aansporing nodig en krijgt die dan
ook.
Het is voor mij dan ook onbegrijpelijk dat er, evenals tegen de schoolbouw werd
geprotesteerd, er nu actie tegen de veenderij wordt gevoerd Wanneer iedereen mee
werkt, behoeft er voor de veenderij geen cent belasting te worden betaald. Maar...de
verkoop aan het publiek valt tegen. Daarentegen zijn de heren van de Armvoogdij te
prijzen: zij kochten voor uitdeling aan de armsten onder ons 400.000 stuks turf. Ik wil
daarom nu dan ook een ieder oproepen zijn winterbrandstof bij de veenderij te
betrekken. En niet alleen het gewone publiek, ook de kerken, scholen en nering
doenden. Ook voor onze middenstand is het van belang dat er geen werkloosheid is. Is
dit er wel, dan hebben de mensen geen geld om hun inkopen te betalen. Op zich heb ik
er geen bezwaar tegen om aan mensen, die tijdelijk niet over geld beschikken, zoals
bouwers, die moeten wachten op hetgeen de oogst opbrengt, turf op krediet te
leveren."
In Koedijk liet wethouder Beets
eenzelfde geluid horen. Ook hij
moest constateren dat het pu
bliek de veenderij wat in de
steek had gelaten. Hij raadde de
werklozen aan te proberen iets
bij te verdienen door met turf te
gaan venten. In de late herfst
van 1921 kwamen in Koedijk
de georganiseerde arbeiders in
een vergadering bijeen. Bij de
rondvraag werd opgemerkt dat
in de veenderij nog hopen niet
verkochte turven lagen. "Als
deze daar blijven liggen, is er
volgend jaar voor de werklozen
onder ons geen werk
Het fijngemaakte veen wordt met water vermengd.
81