De gezamenlijke arbeidsbonden drongen erop aan om in de veenderij alleen werklozen
aan te nemen, die aangesloten waren bij één van hun organisaties. Aanvankelijk werd
hier wel naar geluisterd, later kwam men meer tot het standpunt: Waarom moeten wij
met de veenderij propaganda maken voor die bonden
En waarom zouden wij de ongeorganiseerde werklozen uit St. Pancras en Koedijk niet
de kans geven om in de veenderij te werken
In de zomer van 1921 klonken er voor de Veenderij mmder geruststellende berichten,
zoals
- dat de een of andere turfschipper met zijn schip een ligplaats had bij de Turfmarkt
in Alkmaar en daar tegen zeer concurrerende prijzen Friese turf aanbood,
-Bij Ter Apel werd vanuit Duitsland turf geïmporteerd: ze kostte de helft van de in
Nederland gemaakte turf.
- Op verschillende plaatsen in ons land stopte men met vervenen, omdat men bang
was dat er geen droog brood meer viel te verdienen.
De berichten uit de Beverkoog klonken
ook iets minder gunstig Er was turf ge
maakt, maar de verkoop verliep traag,
terwijl de prijs zo billijk was als maar
mogelijk.
Hierdoor kwam er onrust in het dorp.
In de raadsvergadering van 12 september
dezelfde bijeenkomst als waarin de bur
gemeester zijn ongenoegen uitte over de
gang van zaken tijden de protest verga
dering over de uitbreiding van de christe
lijke school, vertelde raadslid Van Kampen
als secretaris-penningmeester van de ge
meentelijke veencommissie:
Vlak na of misschien wel tegelijk met het
ontstaan van de onrust in de gemeente
betreffende de verbouw van de bijzondere
school, kwam er hier eenzelfde soort van
onrust omtrent de veenderij."
Na gezegd te hebben dat hij wilde pro
beren tekst en uitleg te geven over hetgeen
Jan van Kampen op latere leeftijd
79