Het gemeentelijke gym- en vergaderlokaal.
Of deze oplossing een schoonheidsprijs verdiende
De oude school, omgebouwd tot een gemeentelijke lokaliteit, bleef eigendom van het
schoolbestuur. Daarom werd aan het bestuur de taak toegedacht om het beheer over
het verenigingslokaal te voeren en het gebruik te regelen met de voorwaarde, dat
iedere plaatselijke vereniging er gebruik van mocht maken. Het was verboden m het
lokaal godsdienstige en politieke vergaderingen te houden.
Overdag konden zowel de openbare- als de christelijke school het voor schoolgym-
nastiek gebruiken. En dit alles onder controle en toezicht van het gemeentebestuur.
Het schoolbestuur betaalde het onderhoud van het gebouw, het schoonhouden en de
verlichting en verwarming. Ook bepaalde en inde het bestuur de huurprijs van de zaal.
Aan het eind van ieder jaar moest het schoolbestuur verslag doen van het beheer. Het
gemeentebestuur paste een eventueel tekort bij, maar vertrouwde erop dat het school
bestuur er een eer in zou stellen om voor een sluitende rekening te zorgen.
Omstreeks 1920 werd de christelijke gemengde zangvereniging "Looft den Heer"
opgericht. Dirigent was de boter- en kaasboer Willem Keizer.
Het koor had zich geen beter dirigent kunnen wensen. Ruim een jaar later werd op een
woensdagavond de eerste uitvoering gegeven en deze werd uitermate geroemd.
Toen de gemeentelijke zaal gereed was, maakte het koor hiervan reeds spoedig
gebruik.
Evenals tegenwoordig had de kunst het ook toen zwaar te verduren. De zang
vereniging berichtte B. en W. dat 'de zang' onmogelijk 3,~ huur voor één avond kon
betalen. Het college antwoordde dat deze aangelegenheid aan het bestuur van de
christelijke school moest worden gemeld, want dat voerde de administratie. Mocht dit
bestuur onbillijk zijn, dan kon 'de zang' zich bij B. en W. vervoegen.
Of B. en W. m dezen goed handelden
In diezelfde tijd vroeg de heer Sinjewel of hij met zijn kinderkoor een uitvoering
mocht geven. Het schoolbestuur besprak dit in aanwezigheid van het hoofd der school.
De laatste adviseerde om het niet te doen, 'omdat onze kinderen daar niet bij behoren'.
Hoewel het hoofd der school zijn poot stijf hield - dit soort lieden is vaak eigenwijs -
was het schoolbestuur gelukkig wijzer en onderschreef de mening dat men, gezien de
overeenkomst met het gemeentebestuur, gehouden was dit toe te staan.
Later werd er geklaagd dat - vermoedelijk van te voren of in de pauze - overlast was
ondervonden zowel door de avondschool als door een elders in het schoolgebouw
plaats vindende vergadering.
71