Dit beeld uil de dertiger jaren zal Van Kampen voor ogen hebben gehad.
Geregeld kwamen er bij de Raad verzoeken binnen, zoals van de Nederlands Rooms
Catholieke Bouwvakarbeiders Bond "St. Joseph", waarin de gemeente St. Pancras
werd gevraagd om aan werklozen steun te verlenen Ook de "Bond van arbeiders in
de land- en tuinbouw en in de zuivelindustrie" liet geregeld dezelfde geluiden horen.
De gemeente werd dan gevraagd deel te nemen aan een subsidieverlening voor
werkloze leden van de arbeidersbonden. De bonden hadden een kas gevormd die
gevuld werd met afdrachten van werkende leden. Werd een lid werkloos dan kreeg
deze een uitkering uit de kas van zijn Bond en men hoopte dat Rijk en Gemeente
deze uitkering zouden aanvullen.
Aanvankelijk werden de verzoeken om als gemeente hieraan ook deel te nemen,
afgewezen met het: 'in onze gemeente is praktisch geen arbeider aangesloten bij een
bond', dus heeft het voor ons geen zin. Toen meer arbeiders zich aansloten, besloot
de Raad mee te doen aan deze regeling Dat er wel eens gesjoemeld werd, blijkt uit
het dreigement van de Minister van Arbeid dat het Rijk zijn bijdrage zou inhouden
wanneer gemeenten zich niet aan de normbedragen zouden houden en hem niet
geregeld op de hoogte hielden omtrent hetgeen zij aan de werklozen verstrekten. (In
62