53
In het veen ziet men op geen turfje.
Wie over de Langedijk wil schrijven, kan dit niet doen zonder het Geestmerambacht
bij zijn onderwerp te betrekken en de geschiedenis van het Geestmerambacht is op
haar beurt weer nauw betrokken bij die van het Hollands Noorderkwartier. Dit is
een zeer bijzonder land. Er zullen weinig streken zijn in ons vaderland die in de loop
der eeuwen zoo zijn veranderd als dit.
Wie in den zomer een fietstocht maakt door Noord-Hollands dreven, kan zich ook te
goed doen aan malsche weiden met kostelijk vee. aan vruchtbare akkers met een
keur van land- en tuinbouwgewassen.
Niets van dat alles bestond hier een tiental eeuwen geleden. Toen wisselden eenzame
moerassen en onproductieve bosschen elkander af en woonde er tusschen de tallooze
meren een schaarse bevolking.
Dit schreef dr. D Langedijk nog geen eeuw geleden.
Sint Pancras maakte deze ontwikkeling mee.
Ik denk dat ons dorp er bij het begin der jaartelling ongeveer zo uitzag.
Aan weerszijden van de Bovenweg - voor zover er sprake was van een weg - waren
hogere zandgronden, begroeid met heide en struikgewas en misschien een eenzame
eikenboom.
Ten westen daarvan lag een gebied van grotere en kleinere meren: Daalmeer,
Vroonermeer, Mare, enz Tussen de plassen groeiden grasgewas en bomen als elzen
en wilgen.
Heel vroeger waren er vermoedelijk ook diverse geulen en slenken met brak water.
Aan de oostzijde was eveneens een aflopend gebied dat uiteindelijk overging in een
flink groot meer, de Heerhugowaard. Tussen dit meer en de hoge zandrug van St.
Pancras bevond zich een moerassig gebied dat de naam West Beverkoog kreeg. Het
woord koog geeft aan dat het gebied niet rondom door dijken tegen het water was
beschermd. Ook hier vond plantengroei plaats, waaronder struiken en boompjes. In
de herfst vielen de bladeren af en tijdens een storm werden sommige struiken geheel
of gedeeltelijk vernield. Afgewaaide takken, bladeren en andere plantenresten vielen
m het moerassige gebied en werden vaak door het water van de lucht afgesloten,
verteerden slechts gedeeltelijk en verkoolden tot veen.
Vandaar dat we kunnen zeggen dat de West Beverkoog van moerasland veranderde
in moerassig veen. Op een gegeven moment begon men dit gebied te bemalen en als
weidegrond en later ook als bouwland te gebruiken. Omdat het gebied droger werd,