toevoegen" Na enig speurwerk ontdekte Siem Wognum een in Noord-Scharwoude
wonende Piet van Leyen, zoon van het echtpaar Van Leyen-Van Leyen en deze
was graag genegen aan onze wens gehoor te geven.
Hij vertelde dat vader Piet en oom Freek net als zijn moeder, uit Hensbroek
afkomstig waren en dat het daar, volgens de kenners, "stinkt van de Van Leyens".
Geen wonder: de meeste familieleden bleven daar wonen, stichtten daar gezinnen
en op hun beurt deden hun kinderen hetzelfde.
Er waren familieleden, die de kost verdienden als visser (zoet water). Ook was er
een molenaar van die naam.
Anderen zijn of waren in de agrarische sector werkzaam.
Verder is er in Hensbroek een meertje dat De Leyen heet. Dit was vroeger eigen
dom van enige Van Leyens en is naar hen genoemd.
(Er is een andere mogelijkheid: één van de betekenissen van het woord lei is sloot, watering of iets
dergelijks.
In Friesland, net ten noorden van Drachten ligt een meertje, dat ook de naam "De Leyen" draagt.
Omdat in 1811 veel mensen zich een naam aanmaten, die verband hield met hun beroep, woonplaats
of werkterrein zouden de Van Leyens hun naam ook ontleend kunnen hebben aan het meer, dat hun
bezit was.)
Een ander lid van de familie Van Leyen, dat eveneens in Hensbroek woonachtig
was, is de als kikkervanger bekende "Oom Piet" van de vroegere Pancrasser
'Dirkie Schuit'.
De ene helft van de tweeling (Piet), stapte in het huwelijksbootje, maar hij bleef
dicht bij huis want hij koos een vrouw, die net als hij, Van Leyen heette. Het was
geen familie van dichtbij maar wel behoren ze uiteindelijk tot een en dezelfde
stamboom.
Na zijn huwelijk verhuurde Piet zich als boerenknecht in St. Maarten, waar zijn
baas voor het jonge paar een woning had
Na een week of zes kreeg Freek zo'n heimwee naar zijn tweelingbroer, dat hij werk
zocht en vond bij de boer van Piet.
En het sprak als vanzelf dat ze weer huisgenoten werden. Piets vrouw had er toen,
en later evenmin, helemaal geen moeilijkheden mee. In tegendeel, steeds leefden ze
in de grootste harmonie tezamen.
Later kregen ze een tuinderij in Heerhugowaard. Het handelen zat hen m het bloed,
wanneer ze hun huis of één van hun akkers met winst konden verkopen, aarzelden
ze niet. Op die manier, al werkend en handelend, wisten ze een kapitaaltje te
vergaren.
15