Zingende tweeling van Sint Pancras.
Tweelingen komen overal voor.
Maar zoals deze twee. die acht-en-zestig jaar onafscheidelijk in eikaars on
middellijke nabijheid bleven wonen, zelfs als er één getrouwd is. wanneer zij
hetzelfde werk doen en ook dezelfde hobby er op na houden, dan mag toch we! van
een zeldzaamheid worden gesproken
Aan de Benedenweg 152 wonen Piet en Freek van Leyen. tweelingbroers, die zowel
uiterlijk als door hun kleding zo sprekend op elkaar lijken, dat het best kan
voorkomen dat Piet. die getrouwd is. later blijkt Freek te zijn.
Moeilijkheden heeft dit nog nooit gebracht en mevrouw Van Leyen van Leyen
heeft er door haar naam eveneens geen puzzel van laten maken. Meer dan 42 jaar
is zij de echtgenote van Piet en zij kreeg er Freek als zwager bij. De twee broers
zijn nu eenmaal onafscheidelijk en zij kan zich niet herinneren dat zich ooit iets
onaangenaams heeft voorgedaan.
Niet alleen in Sint Pancras. maar ook in Heer Hugowaard hebben de
tweelingbroers een naam verworven als zangers. Al jaren zingen zij samen, met of
zonder begeleiding, al naar het uitkomt. Hun repertoire is zo uitgebreid, dat zij
altijd worden gewaardeerd. Dat is ook niet zo moeilijk, zegt Piet (of Freek), je
maakt al gauw een praatje en je weet al gauw welke liedjes er in een gezelschap
graag worden gehoord. Zingen is voor dit tweetal meer dan een hobby en zij
beschouwen het als een uiting van levenslust, die zij gaarne aan anderen
overbrengen. Hun persoonlijkheid wordt gekenmerkt door eenvoud. Zonder show
brengen zij hun programma en wat hun liefde voor de zang bevestigt: 'pro deo
"Niet het geld. dat iedereen toch best kan gebruiken, maar de zang heeft onze
voorrang en als er voor geld moet worden gezongen, wordt het gauw omgekeerd"
Toch willen Piet en Freek niet ontkennen, dat zij ooit voor geld hebben gezongen,
maar dat was dan voor een goed doel bestemd. Op talrijke feestjes en partijen
werd hun aanwezigheid op prijs gesteld en het goede doel. waarvoor zij zongen,
voer er wel bij. Nog steeds weet iedereen Piet of Freek te vinden. Bestuurs- of
comiteleden weten dat zij nooit tevergeefs een beroep op hen doen.
Zowel Piet als Freek menen dat er meer gedaan moest worden om de liefde voor
zang en muziek onder de mensen te brengen. Hun bereidheid om mijn vragen te
beantwoorden is niet omwille van de publiciteit, maar in de hoop dat het een
stimulans is voor de jongeren en vooral ook voor degenen, die het om de
verdiensten doen.
13