Zoals de naam
doet veronderstellen was de familie afkomstig uit Friesland
In een door de Fryske Akadeniy uitgegeven
jaarboek wordt nevenstaand wapen van de
Turkstra's weergegeven met als bijvermelding:
TURKSTRA In het blauw twee krakelingen
naast elkaar, onderin het schild vergezeld van
een molenijzer De voorwerpen zijn goudkleu-
rig in golvend zilver. Hierin wordt tot uiting ge
bracht dat de familie Turkstra bestond uit bak
kers, molenaars en zeelui. Boven het water is
een halve maan want er wordt verteld dat een
familielid eertijds bezitter was van een schip,
waaraan hij de naam had gegeven "Liever
Turks dan Paaps een kreet die ook aan de
vroegere Watergeuzen herinnert.
Uit mijn Friese jeugd herinner ik me dat ik voor
mijn moeder bij de Berlikumer bakker Turkstra
f OL«_ harde kadetjes moest halen. Ook beschuitbak
ker Turkstra uit Leeuwarden stamde uit de
familie.
Het wapen, ontdaan van versieringen
In 1870 kwam de 34 jarige, aan het Kerkplein wonende broodbakker Klaas Pluim-
graaff op hoge poten het heiligdom van burgemeester Nobel binnenstuiven en
meldde verontwaardigd dat zijn vierjarig zoontje Dirk kort daarvoor was overreden
door een onvoorzichtig en hard rijdende, door één paard getrokken koets. Hij eiste,
dat tenminste de dokterskosten zouden worden vergoed
Later bleek dat de koets afkomstig was uit de doornjstal van Lek Bij de herberg
was appèl geweest voor een grote massa soldaten Even daarna had de koets, die
eigendom was van kastelein Bleeker uit Noord-Scharwoude, de herberg van Lek
verlaten. Lek wist niet, wie de koetsier was maar de in de koets aanwezige passa
gier kende hij wel, dat was was de heer Groot, wijnkoopman uit Rotterdam. De sol
daten hadden de koets achtervolgd en vermoedelijk had daardoor de koets te hard
gereden en was het ongeluk ontstaan.
Omstreeks 1880 ging de bakkerij over m andere handen en wel in die van de wedu
we Sophia van der Wal-Langenburg.
148