Bruidegom en bruid, vergezeld van enkele ruiters
Heel wat jaren later kreeg Bart, een zoon van Jan, trouwplannen. Hij kwam bij ons
op het erf in een woonwagen te wonen. Dat mocht natuurlijk niet zo blijven
Dus ging ik naar de burgemeester en zei tegen hem: "Nou is dat vrouwtje van Bart
in verwachting en nu wordt het toch zo langzamerhand wel tijd, dat ze eens goed
onder dak komen".
Dat was de burrie roerend met me eens. De volgende dag belde hij me op met de
boodschap: Jan, ik zal ze op de lijst van noodzakelijke gevallen schrijven, maar dan
moetje me eerst wel even een briefje van de dokter brengen.
Enige dagen later ging ik naar hem toe met: 'Jammer, maar het is los gekomen.'
136