Dagenlang reed hij cokes naar het Centraal Ziekenhuis. Cokes is een afvalproduct
van een gasfabriek: steenkool wordt verhit en daardoor ontsnapt het gas uit de
steenkool en blijft cokes over. Dat is nog heel geschikt om als brandstof te worden
gebruikt. In die tijd lag er meestal een hele berg cokes in de nabijheid van een
gasfabriek.
Allereerst reed Jan naar de Alkmaarse gasfabriek, die aan de Helderse weg stond
Met behulp van een schep laadde hij daar een vracht cokes op zijn wagen. Hiermee
reed hij naar het Centraal Ziekenhuis. In de omgeving van het ketelhuis werd de
vracht, opnieuw met handkracht, gelost. Maar dan was hij nog niet klaar, de in de
vuurhaard verbrande cokes liet op zijn beurt een restproduct achter, sintels Deze
konden nog heel goed dienst doen als wegverharding. Dus laadde Jan zijn kar vol
met sintels en bracht deze dan naar St Pancras of een andere plaats in de omgeving,
waar men er gebrek aan had. "Ja", zegt Jan, "het was een zwaar leven Maar er
staat tegenover dat de mensen toen veel gemoedelijker waren, lang niet zo gehaast
als tegenwoordig, men nam de tijd voor een praatje of om 'een koppie te doen'
Piet Leering bezat in de oorlogsjaren een netbos. Dit riet werd gebruikt om ver
stuiving van de duinen tegen te gaan Voor zijn baas reed Jan wagens vol naar het
dumgebied van Bergen en Bergen aan Zee. Zoals op meer plaatsen langs de kust,
was ook daar een aantal Duitse militairen gehuisvest "Ze waren niet onaardig voor
me. Vaak at ik bij hen en ik had daar een goed kosthuis", herinnert Jan zich.
Minder leuk vond hij het, dat ze af en toe zijn diensten vorderden. Dan moest hij
voor het Duitse leger goederen vervoeren. Soms munitie. Ook is het gebeurd dat er
een aantal lijken waren aangespoeld. Die moesten ergens in de duinen worden
begraven en Jan moest ze daarheen brengen De drenkelingen droegen Duitse
uniformen. De hem begeleidende soldaten zeiden dat het "Tommies" waren. Jan
deed maar net of hij dit geloofde.
Een andere maal moest Jan een lading schoenen vervoeren. Omdat zijn eigen
schoeisel niet zo best meer was, dacht Jan, dat hij wel wat van die schoenen mocht
hebben en stopte één of twee paar onder het kret. Een S S -er zag dit en beval hem
de schoenen weer bij de andere te leggen.
In 1947 kon Jan het bedrijf van zijn baas overnemen. Het kostte hem 1500,— en
toen was hij de bezitter van enige wagens, ploegen, eggen, een motorschuit en een
133