Hij vertelde ons daarop dat dit 'spergebied' was en wij ons op verboden terrein
bevonden en dat we snel moesten vertrekken. We reden voor hem uit terug en
prezen ons gelukkig dat we niet werden opgepakt. Dus fietsten we weer langs de
Helderse weg terug naar huis.
In de laatste jaren waren er veel meer jongelui, die het schildersvak wilden leren.
Daarom werd er in het seizoen 1941/1942 een nieuwe, tweejarige cursus gestart,
die opleidde voor gezel-schilderen. Ik wilde die cursus graag volgen, maar thuis
waren ze daar niet zo blij mee. Het cursusgeld bedroeg 15,-- en daarnaast moest
je nog boeken kopen. Dat moest ik zelf betalen en dat betekende dat het mij tien
weken zakgeld kostte. Toch ging ik de cursus volgen.
Een ander karwei van ons was de restauratie van de Grote Kerk Wat was het daar
koud, die winter. Wel had je vanuit de toren een prachtig gezicht over de
omgeving.
In het zuidelijk gedeelte van de kerk kwam een verwarmingsketel. De uitgegraven
beenderen stonden in veilingskistjes buiten tegen de gevel. Volgens zeggen was er
een spoorwagen steenkool voor nodig om de kerk warm te stoken.
Veel werk hadden we ook aan de verbouwing van de Handelsschool tot
Gewestelijk Arbeidsbureau. Op de bovenste verdieping waren naast een aantal
kantoren nog een wachtkamer, een aantal kleedhokjes en een dokterskamer.
Mensen, die naar Duitsland moesten, werden daar gekeurd.
In die tijd werd ook het verplichte persoonsbewijs ingevoerd.
Gedurende mijn drie vakantiedagen van 1942 moest ik de mussen wegjagen van
een tarwe akker. Ik moest deksels tegen elkaar slaan en luid schreeuwen. Ik vloog
van voor naar achter. Was ik achter op de akker aangekomen, dan waren de mussen
naar de voorkant vertrokken. Uiteindelijk vertrokken ze naar een andere akker.
Eskaders bommenwerpers trokken langs het zwerk, op de heenweg in de richting
Duitsland en terug naar Engeland. Een dagelijks terugkerend gebeuren. Soms vond
er een luchtgevecht plaats.
127