Op de bovenverdieping van het Telefoonkantoor was een stoorzender geïnstalleerd.
Nederlanders mochten daar niet meer komen. Oostenrijkse telefonistes kwamen in
dienst van de weermacht. Zij verbleven in een villa in de Parkstraat, die daartoe
was verbouwd
Het gebouw "De Unie" met de daarachter gelegen kegelbanen aan de Koorstraat
werd eveneens verbouwd en opnieuw geschilderd en kreeg toen de functie van
"Wehrmachtsheim".
Steeds meer levensmiddelen kwamen op de bon.
De vrije pers werd gemuilkorfd.
Joden moesten zich laten registreren en waren verplicht om de gele Davidsster te
dragen. Zij mochten geen openbare functies meer vervullen en werden daaruit
ontslagen. Ambtenaren moesten een zogenaamde 'niet-Jood-verklaring' invullen.
Eind november kregen we een prachtige winterklus. We moesten een school aan de
Koomlaan schilderen. In de school lagen S.S.-ers.
Op een dag was er geen S S.-er meer te bekennen en leek het, alsof zij daar nooit
waren geweest. Volgens zeggen waren ze vertrokken naar Afrika. Het werk werd
meteen stilgelegd, weg was de winterklus.
Op 1 februari 1941 werden de eerste Joden weggevoerd naar Westerbork en
vandaar naar de vernietigingskampen.
De februaristaking brak uit in Amsterdam. Zaandam en Twente. Ten koste van een
aantal doden werd de staking gebroken. De bezetter liet steeds meer zijn ware aard
zien.
In de vakantie van 1941 ging ik weer een dag met mijn broer Piet fietsen. Die keer
gingen we naar Den Helder Heen reden we langs de Helderse weg, terug wilden
we langs de andere kant van het kanaal gaan.
Nadat we wat in de stad hadden rondgekeken, gingen we over de brug naar de
andere kant van het kanaal. Er was veel te zien, ook stonden er heel wat borden,
maar daarnaar keken we niet. Een halve kilometer verderop stond een schildwacht.
Hij haalde een geweer van de schouder. Wij stopten, want we dachten: Dit gaat niet
goed Achter ons fietste een militair, op zijn pet stond 'Kriegsmarine'. Hij zei:
"Wat moeten jullie hier Kijken Koeken En waar komen jullie vandaan
Toen we zeiden dat we uit Koedijk kwamen, moesten we hem uitleggen, waar dat
was. We vertelden dat het vlak bij Alkmaar was.
126