Wat een peil- of seinmolen is Een peilmolen was onderdeel van een simpel
waarschuwingssysteem. Bij veel en zware regenval met sterke westenwind, dus
hoog zeewater, kon men niet genoeg spuien. Het Noord-Hollands kanaal raakte
vol en moest men stoppen met malen. Dan ging het peil er op: overdag hing er een
blauwe vlag aan een molenwiek, 's nachts was er een licht in de top van de molen.
Werd de vlag gestreken of het licht gedoofd, dan mocht men verder malen. Uit
ervaring wisten de molenaars wel 'hoe de vlag ervoor stond'.
Bij de omval en bij Schoorldam stonden speciale masten voor dit doel.
Peilmolens stonden achter Oudorp aan de Schermerdijk, aan de Twuyverweg, bij
de Hoornseweg en bij de vlotbrug van Koedijk.
Vroeg in de morgen en laat m de avond kon het zo vredig en stil zijn, je hoorde als
het ware de stilte. Deze werd onderbroken door de carillons van Alkmaar, het
dreunen van de stoomlocomotieven over de spoorbrug en het weemoedig getingel
van het trammetje, dat van Alkmaar naar Bergen aan Zee reed.
In het donker kon je de lichtbundels van de vuurtorens van IJmuiden en Den
Helder zien. In de winter zag je ook de vuurtoren van Egmond aan Zee en bij heel
helder weer die van Texel.
Het vliegveld van Bergen werd omstreeks 1938 in gebruik genomen. Prachtig
vonden we dat. Wat een enorme snelheid had de G-1 met de dubbele staart.
Bij de natuurlijke vogels zijn de kievit en de koekoek hier bijna verdwenen.
In die tijd kwamen de bakker, slager, melkboer en kruidenier nog langs de deur
een bestelling opnemen en (later) bezorgen. Dat iemand meerdere leveranciers had
was heel gewoon. Een goede bekende, die een winkel begon, kon je toch niet
doorsturen. Met bakkers had men vaak de eerste dag de één en de volgende dag de
ander en ook gebeurde het wel dat men de bakkers om de week had. Rood staan bij
een leverancier was een doodgewone zaak, niet iedereen had een wekelijks
inkomen
Zo genaamde 'kooplieden', ook wel 'kassiesventers' genoemd deden regelmatig de
ronde, zij verkochten veters, garen, band, veiligheidsspelden, enz. Met een cent
waren ze blij
Muzikanten waren er ook, o.a. Teun Bijvoet met zijn mook. Spelen kon hij niet, hij
kon alleen enige muziektonen uit het apparaat halen en daarmee aangeven, dat hij
119