Veel mensen ondervonden schade van deze staking. Allereerst de rechtstreeks betrokkenen, de kooplieden, de transporters en de tuinders. Maar ook de neringdoenden merkten dat het publiek minder besteedde m hun winkel of bedrijf. Voor dezelfde producten lagen de prijzen op de Langedijker veiling 10 tot 20 lager dan bij de veilingen elders, waar een vlotte afvoer wel gegarandeerd werd. Gelukkig voor iedereen duurde de staking van 1923 slechts enkele maanden. Enkele jaren later was het opnieuw raak. De oorzaak lag in het feit, dat de kooplui de transportarbeiders passeerden en werklozen in dienst namen om hun producten te verladen. De transporters namen dit schieten onder hun duiven niet en gooiden het bijltje er bij neer. In "Tussen Buitenland en Luizenknip" wordt verteld dat de stakers aan het kortste eind trokken en soms knarsetandend weer aan het werk gingen. En opnieuw moest de politie er aan te pas komen, ook vielen er ontslagen en was er één politieke partij die hier wel bij voer: de C P N. Maardat de natuur wel eens sterker is dan de leer, ook bij de Transporters, bleek in 1927. Klaagden dezen eerder, dat onder hun duiven werd geschoten, toen maakten zij zich aan hetzelfde euvel schuldig. Terwijl de werkloosheid groot was, viel er iets te verdienen bij het gasbedrijf. Dat kwam zo: De mensen, die in het Zuideinde woonden, vielen onder de gemeente Koedijk en voelden zich vaak iets minder bedeeld en noemden zich daarom ook wel "Trappelenders" Ze hadden zich in 1920 verenigd onder de naam "Ons Belang". Deze club streefde er o.a. naar dat ook de Zuideinders hun warme hap op het gasstel konden bereiden. In Sint Pancras was wel gas, aan de Kanaaldijk eveneens, maar bij hen nog niet. Op hun verzoek ook in het Zuideinde gas te leveren antwoordde het gasbedrijf "Indien jullie kunnen garanderen dat er voldoende belangstelling voor is, bijvoorbeeld wanneer 75 gezinnen zich bereid verklaren om op het gas te worden aangesloten, dan gaan wij het ook bij jullie aanleggen." Wel, dit leverde voor Ons Belang weinig moeilijkheden op. Een maand later kon men een lijst met 110 adressen van toekomstige klanten aan de gasfabriek overhandigen. De in Noord-Scharwoude staande gasfabnek was toen een gezamenlijk bedrijf van de Langedijker gemeenten en St. Pancras. Vandaar dat de gemeenteraad van St. Pancras uit de eerste hand werd voorgelicht. De burgemeester en Van Kampen waren medebestuursleden van de gasfabriek en rappor teerden emd 1927 dat het Zuideinde op het gas zou worden aangesloten. 99

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2001 | | pagina 101