Dekker te helpen. Deze handelwijze wordt hem thans door den heer Lek als een incon
sequentie in de schoenen geschoven. Maar de burgemeester heeft met den heer Lek
steeds gesproken over stappen, die hij wilde doen om mej. Dekker de gevangenis te
besparen. Nooit heeft iemand beweerd dat men de indruk had dat mej. Dekker de
portemonnaie opzettelijk had weggenomen.
Tenslotte sprak de burgemeester over het werk van mej. Dekker aan de hand van sta
tistieken. Het hoofd der gemeente heeft naar aanleiding van deze betrouwbare gege
vens nooit anders dan gunstig kunnen oordeelen over mej. Dekkers kwaliteiten.
De commissaris vroeg daarop de burgemeester of het ontslag van mej. Dekker uit
sluitend gegrondvest was op het vonnis, wat de burgemeester bevestigde. De commis
saris had hierdoor sterk de indruk verkregen dat verschillende lieden te St. Pancras in
dit vonnis een welkome aanleiding zagen om van mej. Dekker a f te komen.
De wethouder Van Kampen verklaarde dat hij lussen de partijen stond en daardoor de
zaak klaar kon zien. De heer Van Kampen had dan ook geadviseerd de vroedvrouw
niet gerechtelijk te vervolgen maar haar te kennen te geven dat zij beter St. Pancras
kon verlaten. Spreker meende dal over de zaak te veel is gepraat en dat deze daardoor
verward en gecompliceerd geworden is.
De commissaris vroeg den heer Van Kampen of wanneer Ged. Staten eventueel het
besluit der gemeente niet goedkeurden, mej. Dekker in haar positie gehandhaafd kon
worden. Met eenige reserve beantwoordde de heer Van Kampen deze vraag bevesti
gend.
Aan mej. Dekker vroeg de commissaris waarom zij niet. zooals zij eerst had toege
zegd, gezorgd had met één Juli uit St. Pancras weg te zijn. Mej. Dekker verklaarde dat
zij hierop was terug gekomen op instigatie van (=aansponng) den dokter van Koedijk.
De wethouder Duif merkte op dat het belang der gemeente zijns inziens niet toeliet dat
mej. Dekker als vroedvrouw aanbleef en dit belang hee ft hij steeds uitsluitend op het
oog gehad.
Hierna werd het onderzoek gesloten.
's Daags nadat de krant dit verslag bracht, vergaderde de gemeenteraad van St. Pancras.
De publieke tribune zat vol
Groot was de verontwaardiging der raadsleden: ze vonden dat het verslag in de krant
zeer eenzijdig was en hen benadeelde. Vermoedelijk wist de in Haarlem aanwezige jour
nalist iets, wat de heren raadsleden met wisten, want hij maakte in de krant volop mel-
87